L’ETANG DE PECROT – LA FABULEUSE HISTOIRE

Uitgelicht

Mei 2021

Ernst Gülcher

contact: ernst.guelcher (at) telenet.be

L’Etang de Pécrot – kaart

De vijver van Pécrot (Gréz-Doiceau) aan la Petite Marbaise vlak langs de spoorlijn tussen Leuven en Ottignies is één van die plekken in onze streek waar ik altijd weer naar terug ga. Ik heb er al veel over geschreven omdat ik het een mooie maar ook uitdagende combinatie vindt tussen de inspanningen van een plaatselijke visclub en de natuurorganisaties.

Ik dacht dat ik er al veel over wist maar dankzij enkele vrienden uit de omgeving (dank aan Béatrice Denis) weet ik nu dat er door de ASBL PECROT DEMAIN ENSEMBLE al even geleden een mooi boek gemaakt is met tekst en foto’s over de geschiedenis van de vijver met de titel LA FABULEUSE HISTOIRE DE L’ETANG DE PECROT. Ondertussen staat het geheel ook op het internet en dankzij de inspanningen van Marie-Christine & Jean-François Misonne van GELURA (zie de link) kan je het allemaal zelf lezen bij je thuis of met behulp van een app op de bordjes die sinds enige tijd langs de oevers van de vijver en de vallei zijn neergezet.

Dat verhaalt begint zo : ‘’ En 1952, Monsieur Bellefroid (pisciculteur) demande l’autorisation de créer un étang à Pécrot. En effet, à ce moment, toute la vallée de la Dyle (Gastuche, Archennes, Pécrot et Weert-Saint-Georges) est dédiée à la reproduction de poissons. La Marbaise passait à cette époque au milieu du terrain actuel de l’étang. Un chemin de promenade la longeait d’ailleurs. Mr Bellefroid fera dévier la rivière estimant qu’il y avait suffisamment de sources pour alimenter l’étang. Vous pouvez encore voir cette déviation de nos jours. Lorsque vous prenez le sentier vers l’étang (en suivant les panneaux fléchés), la Marbaise est à votre droite. Au bout ce sentier, en passant le petit pont, vous constaterez que la Marbaise fait un coude vers la gauche. Elle ne rejoindra à aucun moment l’étang.”

Je kan dat inderdaad op oude kaarten nog zien. De familie Bellefroid is sindsdien uit het zicht verdwenen maar de vissen zijn gebleven en het natuurbeheer heeft zich ook ontwikkeld. Hierna vertel ik meer  over deze spannende geschiedenis.

De vijver – lees ik in  het verhaal ‘LA FABULEUSE HISTOIRE DE L’ETANG DE PECROT’ in Pecrot Ensemble Demain – wordt door de heer Bellefroid zo’n twintig jaar uitgebaat als visvijver maar na een grote droogte in 1976 heeft hij er genoeg van en overtuigt de gemeente Gréz-Doiceau om de site aan te kopen.

Vier later vraagt en krijgt de VZW Amis du Parc de la Dyle de toestemming om er de natuur te beheren en twee jaar daarna, we zijn dan 1882, krijgen een twintigtal vissers toestemming om hun sport op de vijver uit te oefenen.

Eind jaren 80 is het water nergens meer dieper dan 30 cm. Om hem opnieuw interessant te maken voor de visvangst moet hij worden uitgediept tot 1,5 meter, een dure ingreep (750.000 fr) waarvoor “le collège communal marque son accord à condition que le comité des pêcheurs participe à hauteur de 50.000 francs par an pendant 9 ans, le reste étant pris en charge par la commune. Ce contrat a été parfaitement tenu par le comité des pêcheurs qui comptait alors une bonne soixantaine de membres. Les berges furent nettoyées”.

In de jaren daarna moeten opnieuw grote kosten gemaakt worden om de verdroging tegen te gaan maar ook om een heel aantal bomen aan weerskanten van de vijver te vellen. In de winter van 1997/98 spant de natuurvereniging zich samen met de vissers in om de natuur van het eiland in de vijver te verbeteren en nadien worden ook de nog overblijvende populieren langs de vijver verwijderd en de oevers zo ingericht dat ze voor de vissers aantrekkelijk zijn.

Tegen die tijd zwemmen er toch heel wat soorten vissen rond zoals.

·        Ziverkarper – Carpe amour blanc et argenté (Hypophthalmichthys molitrix)

·        Lederkarper – Carpe Cuir (Cyprinus carpio carpio)

·        Gewone karper – Carpe Commune (Cyprinus carpio)

·         Spiegelkarper – Carpe Miroir (Cyprinus carpio carpio)

·        Blankvoorn – Gardons (Rutilus rutilus)

·        Ruisvoorn – Rotengle (Scardinius erythrophthalmus)

·        Winde – Ide mélanote (Leuciscus idus)

·        Zeelt – Tanche (Tinca tinca)

·        Kroeskarper – Carassins (Carassius carassius)

·        Brasem – Brèmes (Abramis brama)

·        Snoek – Brochet (Esox lucius)

·        Snoekbaars – Sandre (Sander lucioperca)

·        Paling – Anguille  (Anguilla anguilla)

·        Baars – Perche  (Perca Fluviatilis)

Of die er allemaal spontaan komen of worden uitgezet en wat de verhouding daartussen is weet ik nog niet. Veel van die vissen kunnen een verbazende omvang bereiken maar om ze in klaargemaakte vorm te willen proeven moet je in een restaurant zijn want op de L’Etang de Pécrot worden ze wel opgehaald maar ook weer terug in het water gezet om de te vermijden dat de visstand vermindert.

Nauwelijks is het natuurinrichtingswerk gedaan of er dient zich een nieuwe fase aan. Overeenkomstig de nieuwe Europese regelgeving op de verbetering van de waterkwaliteit zet de Région Wallonne zich vanaf eind 2000 in om aan de oostkant van de vijver van Pécrot buizen in te graven om het huishoudelijk afvalwater af te voeren. Op aandringen van Oscar Maricq van het Département Nature et Forêts (DNF) wordt bij die gelegenheid – ook al weer tegen hoge kosten – een ‘monnik’ geplaatst om het waterpeil te regelen en de uitstroom van vissen te vermijden. De visclub moet ook een nieuw toiletgebouw zetten om zich op de riolering aan te sluiten. 

De aanleg van het rioleringssysteem levert massa’s aarde op. Om enorme hoge afvoerkosten te voorkomenen wordt de grond ter plaatse gebruikt om de fragiele oevers aan beide zijden van het water te vergroten en te verstevigen.  Om arbeidskosten te besparen worden de werken uitgevoerd door de leden van de visclub zelf. Een deel van het hout wordt afgevoerd aan de plaatselijke boer maar met grote massa’s houtsnippers van wilgen – afkomstig van onderhoudswerken en aangevoerd door de gemeentearbeiders – worden de oevers ‘ontmodderd’. Reeksen in de grond geslagen oeverpaaltjes – eveneens van wilg – zorgen voor stabilisatie. 

Aan de kant van de Rue Cyrille Bauwens (langs het spoor) worden ook nog dure stabilisatiewerken uitgevoerd om het afglijden naar het water bij regen te verhinderen.

Wie vandaag terugkijkt op de veel te droge zomers van de laatste jaren kan het zich niet voorstellen maar in 2010 komt heel de omgeving van de vijver onder water te staan. In het boekje ‘La Fabuleuse Histoire de l’Etang de Pécrot’ zie je spectaculaire foto’s van een tot een bergstroom aangezwollen kolkende Marbaise en de ondergelopen visclub. Maar blijkbaar heeft dat toch geen grote schade opgeleverd want ik lees daar toch niets over.

In onze tijd vestigen de bevers zich in het riviertje. Dat is kennelijk een delicate materie want het boekje zegt daarover niet zo heel veel konkreets. Wie mijn teksten van de afgelopen jaren gevolgd heeft kent mijn bewondering voor de beheersystemen met horizontale buizen die de gemeente Gréz-Doiceau (?) jarenlang in de beek heeft geplaatst om deze nijvere dieren met hun dammen het water te laten stabiliseren maar ook om te voorkomen dat ze het waterpeil altijd maar verder verhogen. 

Voor zover ik weet hebben ze voor de vijver nooit een probleem opgeleverd – integendeel denk ik want de zomers zijn inderdaad veel te droog als gevolg van de opwarming van het klimaat en bovendien eten bevers geen vis  – maar blijkbaar houden enkele boeren in de omgeving niet van ze en tot mijn pijnlijke verbazing zijn al die installatie weggehaald en de dammen ook.

Aangezien bevers beschermde dieren zijn en de vallei valt onder de Europese regelgeving op natuurbehoud vind ik dat niet kunnen dus ik verwacht dat er een ferme oplossing wordt uitgewerkt in het voordeel van de bevers.

In het boekje ‘La Fabuleuse Histoire de l’Etang de Pécrot’ van de ASBL PECROT DEMAIN ENSEMBLE vind je helemaal op het einde twee hele mooie kaarten over wat toch een van de belangrijkste zaken in dit vis- en natuurverhaal is : het grotendeels ondergrondse systeem van de waterzuivering. 

Wat je er van ziet zijn aan de kant van Florival het grote zuiveringsstation en naast de brug over de Dijle een pompstation om het gezuiverde water aan de rivier terug te geven. Maar aan de kant van Pécrot staat er ook een onopvallend gebouwtje aan het begin van La Petite Marbaise en op de kaart zie je dat dit moet dienen om al het huishoudelijk afvalwater van de huizen rond de vijver met een persleiding op te pompen naar het stroomopwaarts gelegen zuiveringsstation.

Voor meer gegevens zou je terecht moeten kunnen op de website van de Société Publique de Gestion de l’Eau (SPGE) http://www.spge.be/fr/index.html?IDC=1. Maar ik vind daar niets over Gréz-Doiceau dus dat zal nog even moeten wachten.

Een van de vissers vertelde me dat het waterpeil van de vijver gevaar loopt door het stroomopwaarts oppompen (captage) van (drink)water maar daar heb ik nog geen bijzonderheden over gevonden.

Daarmee ben ik zo ongeveer rond met dit reeksje. Om het karakter van deze unieke vijver te handhaven is een maximale samenwerking tussen de vissers, de natuurliefhebbers en de gemeente nodig en ik neem aan dit hier ook wel goed verloopt.

Als buitenstaander waag ik me toch aan een paar ‘knelpunten’ die volgens mij gemakkelijk te verhelpen zijn.

Dat van de bevers heb ik al genoemd. Het tweede punt is het beheer over het unieke veldje van dotterbloemen (en andere voorjaarsbloeiers) op het moerasje aan de ingang. Iemand (?) heeft daar hout op gestapeld en een grote hoeveelheid maaisel op gestort. Daar kan dat veldje absoluut niet tegen en dat kan je ook zien. Dat zou dringend moeten worden weggehaald of een tiental meters verplaatst.

Het laatste knelpunt betreft de beschoeiing langs de oevers zoals die gemaakt is tijdens de werken vorig jaar. Het ziet er wel mooi recht uit maar zo’n ‘muur’ van loodrechte planken verhindert de migratie van amfibieën en zal zelfs moeilijkheden opleveren voor (jonge) watervogels denk ik. Hier en daar zullen er dus openingen (of zoiets) gemaakt moeten worden om de natuur een handje te helpen maar dat kan toch geen probleem zijn. Ik heb al vermeld dat men voor die versteviging in het verleden levende wilgentakken in de grond plaatste en dat ziet er toch veel natuurlijker uit (en biedt ook mogelijkheden voor schaduw).

Ik kom hier graag en uit de reacties te zien geldt dat ook voor anderen in onze streek. Dat leidt natuurlijk ook tot heel wat meer bezoekers dan in het verleden en vissers en natuurliefhebbers zijn het er kennelijk roerend over eens dat dit niet mag leiden tot het verstoren van de rust en de natuur. Op je mountainbike mag je in elk geval het gebied niet in zo te zien aan de grote borden die op veel plaatsen zijn opgehangen. Feestvierders zijn ook niet welkom met uitzondering van het traditionele jaarlijkse evenement van de visclub.

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

http://biodiversite.wallonie.be/fr/262-etang-de-pecrot.html?IDD=251659108&IDC=1881http://www.etangdepecrot.com/

+++

http://www.pecrot.be/1952-a-1985/

+++

+++

http://biodiversite.wallonie.be/fr/262-etang-de-pecrot.html?IDD=251659108&IDC=1881

+++

http://www.etangdepecrot.com/

+++

https://www.facebook.com/P%C3%A9crot-Demain-Ensemble-asbl-1801514173496967

Zie ook:

https://opstapinhetlandvandedijleendedemer.home.blog/2020/06/30/letang-de-pecrot-en-de-vallei-van-la-dyle-en-la-marbaise/  (nederlands)

+++

https://ernstguelcher.blogspot.com/2020/09/letang-de-pecrot-grez-doiceau.html (frans)

Trefwoorden : L’Etang de Pécrot, natuurbeheer, vis, brochet de la dyle, les amis du parc de la dyle, pécrot demain ensemble,

Advertentie

L’ETANG DE PECROT EN DE VALLEI VAN LA DYLE EN LA MARBAISE

Uitgelicht
L’Etang de Pécrot – heel vroeg in de morgen

Aan de Vijver van Pécrot – beter ‘L’Etang de Pécrot’ – in de Waals Brabantse gemeente Grez-Doiceau kom je meestal nauwelijks iemand tegen en zelfs op een zonnige zaterdagmorgen in de vakantie kan je het aantal vissers op je vingers tellen.

Wel is dan het piepkleine visserskroegje met terras van de club ‘Pêcheurs du parc de la Dyle’ open en een betere plek om rustig van het water en de rest van de natuur te genieten ken ik in onze streek niet. Op het bord boven de bar staat zoiets als “als er in de hemel niet gevist mag worden wil ik er niet naar toe”.

Op een warme wolkenloze zomeravond is het hier opmerkelijk stil. Uit de tuinen klinkt wat gemoedelijk barbecue-gebabbel en af en toe rommelt op veilige afstand een trein langs.  In de winter is het er zo mogelijk nog rustiger tenzij er iemand van de buren zijn houtkachel staat aan te vullen maar zelfs dan klinkt de kettingzaag van aanvaardbaar grote afstand. Als de wind verkeerd zit vliegt er vanuit Zaventem wel alle paar minuten een lawaaierig monster over maar dat is in veel natuurgebieden het geval.

Zo te zien aan de foto’s worden er af en toe karper-kanjers met walvisomvang gevangen maar het is blijkbaar streng verboden om ze mee naar huis te nemen en in de pan te bakken. Ik zie er nooit helemaal de lol van in geef ik toe tenzij het een goed mannenexcuus is om niet het weekend bij moeder de vrouw te moeten doorbrengen (maar de vrouwen komen ook mee met de picknickmand, de hond en de kinders).

L’Etang de Pécrot – voor de gansjes is het tijd om te gaan slapen

Om hier de zon te zien opgaan moet je wel om zes uur op post zijn en dan hopen dat er geen wolk boven de rand van de vallei opdaagt op het kritieke ogenblik. Maar blijf gerust tot laat in de avond, dan gaat hij aan de andere kant wel weer onder en dat is al even mooi.

Als je als mens van deze tijd zolang niet stil kan zitten kan je dan ondertussen gemakkelijk en helemaal autovrij heen en weer wandelen tussen het kroegje en de basiliek van Basse Wavre want de vallei van de Dijle – met hier het valleitje van de Marbaise – is allemaal natuurgebied. Je kunt ook met de trein terugkomen want het station is vlakbij.

Geef toe, fotograferen is afzien. In de zomer word je aan alle kanten gestoken, in de winter vriezen je vingers er af en in de tussentijd in doet het niet anders dan regenen. Onzin natuurlijk. De natuur heeft elk seizoen van alles te bieden als de mensen er niet een saaie boel van maken. Midden januari ben ik volledig alleen met de zon, het water en de vogels op het ijs. De vissers zijn nergens te zien en de bevers ook al niet en daar hebben ze groot gelijk in. Zo te zien aan de opkomende wolken zou het nog kunnen gaan sneeuwen om de pret compleet te maken maar zover is het nog niet. Maar tot de eerste vlokken vallen kan ik hier mijn mooiste ijsfoto’s maken.

Grez-Doiceau – l’Etang de Pécrot

In de lente is het eerste wat je ziet als je aankomt op de kleine parking aan de vijver een heel veld van gele dotterbloemen. Alleen om dat veld moet ik alle jaren een keer gaan kijken want zoiets zie je bijna nergens anders meer denk ik en zeker niet in Vlaanderen

Natuurlijk is het hier in het warmere seizoen een paradijs van opmerkelijk tamme vogels zoals op alle vijvers waar het water proper is en de mensen mogen komen zolang ze maar geen geweren bij zich hebben of op een andere manier de natuur verstoren. Volgens mij proberen de waterhoenen en -rallen alle seizoenen records te breken want aan de vijver struikel ik er bijna over maar zoals altijd zijn die veel te snel om zich ondanks mijn fototraagheid te laten verschalken.

De eenden komen zich aanbieden want die hebben al lang door dat er zoiets bestaat als ‘eendjes voeren’ maar ik laat die vandaag maar gerust, net zoals de families van Canadaganzen die tetterend komen aanzetten.

L’Etang de Pécrot – dotterbloem

Elke lente wemelt het op de vijver van jonge waterhoentjes, eendjes en gansjes. Echte natuurkenners zullen dit niet graag horen maar ik kan er met mijn fototoestel gewoon niet naast kijken, al dat donzig klein ganzengrut met hun pappa’s en mamma’s die zoals altijd doen alsof de vijver van hen is.

Reigers zijn er ook veel evenals nijlganzen maar ik denk dat de Canadaganzen inderdaad even de macht over dit stukje waternatuur hebben overgenomen en zo aan het gesnater te horen zijn ze niet van plan om die weer af te geven. En dat is de schuld van de mensen die deze dieren, officieel geheten ‘Branta canadensis’, nog maar enkele tientallen jaren geleden naar onze streken brachten omdat ze mooi, groot en lekker zijn zonder zich af te vragen of de dieren zich niet een beetje te uitbundig zouden kunnen voortplanten in ons aantrekkelijk klimaat.

L’Etang de Pécrot – heel vroeg in de morgen

In indrukwekkende rapporten kan je lezen dat ze overal alles kaalvreten en tegelijkertijd van de bodem een mestvaalt maken maar in Pécrot lijkt me dit nogal mee te vallen want  in dit natuurgebiedje ziet het er nogal fris en groen uit.

Ik denk wel dat ze met hun territoriale opdringerigheid de andere waterdieren verjagen maar ik vind het als mens altijd een beetje moeilijk om hen dat te verwijten want zo onschuldig zijn we zelf ook niet op dat vlak. Maar als ik lid was van de vriendelijke vissersclub van l’Etang de Pécrot zou ik – misschien samen met de natuurbeheerders – wel af en toe eens een gezellige barbecue willen organiseren van gegrild ganzenvlees want het moet ook niet alle dagen karper zijn denk ik.

Om ze te pakken te krijgen hoef je echt niet met geweren voor de dag te komen want dat is nergens goed voor, maar als je er iets van kent kan je ze gemakkelijk vangen. Maar geef toe, zolang ze daar zo klein en wollig parmantig rondstappen vind ik ze veel te fotogeniek om aan vangen en opeten te denken.

Een blauwe reiger wil ik wel voor de lens, zoals altijd wel op veilige afstand want zo tam zijn die nu ook weer niet. Als hij (zij?) het niet meer vertrouwt zwemt hij statig en op het gemak weg tot achter het riet. Ik wist niet eens dat reigers kunnen zwemmen, een mens leert altijd bij.

l’Etang de Pécrot – Blauwe reiger

Soms ben ik er héél vroeg bij en schijnen wolken en zon tegelijkertijd in het water en dat geeft toch wel speciale foto’s.

In de lente is ook de Gele lis volop in bloei. Wie deze plant in zijn of haar tuin ziet, heeft reden om tevreden te zijn. De Gele lis (Iris pseudacorus) van de familie van de Lissen, een vaste eenzaadlobbige plant, is een van de mooiste waterplanten in onze streken en die bloeit nú. De Gele lis houdt van de zon en groeit in stilstaand of traag stromend zoet water tot een diepte van zo’n 30 centimeter. Doordat hij veel voedingsstoffen opneemt, is hij erg nuttig om de kwaliteit van het water te verbeteren. In de waterzuivering wordt hij gebruikt om metalen uit het water te halen.

Hommels en bijen moeten diep in de bloem kruipen om de nectar er uit te halen. Eenmaal uitgebloeid, rollen de zaden er uit en drijven over het water weg. De lissnuitkever (heb je die al eens gezien?) leeft van de sappen in de stengels, de larve ervan leeft in en van de zaden. Die zaden zijn bruin en zitten opgestapeld in de doosvrucht die je later in het seizoen zult zien drijven. Binnen een jaar moeten ze ontkiemen maar dat doen ze gemakkelijk.

Als je ze droogt kan je zelfs in de lente op je vensterbank laten uitkomen (zeggen de tuinspecialisten). De plant breidt zich ook uit via de wortelstokken.

L’Etang de Pécrot – Gele lis in bloei

De naam ‘Iris’ verwijst naar de Griekse Godin van de Regenboog. Er zijn wel 1500 soorten. Bij ons komen alleen de gele bloemen voor maar in andere delen van de wereld kom je ze in alle zeven voor de mens zichtbare kleuren van de regenboog tegen. Daar zit een mooie legende aan vast maar als je die wilt kennen open je best even de onderstaande natuurverhalen-link.

Wie hier eenmaal geweest is, komt vast weer terug. Dankzij het waterzuiveringsstation in Florival, maar ook door de sluiting van de chemische fabriek Tudor Accumulateurs is de waterkwaliteit op de vijvers aanzienlijk beter dan enkele jaren geleden hoewel het nog altijd te voedselrijk is om goed te zijn voor echte waterplanten.

Anders dan in Vlaams-Brabant is het open water hier niet hermetisch afgesloten en onzichtbaar gemaakt voor bezoekers maar werken de vissers aan de ene kant samen met de natuurliefhebbers aan de overkant om meer als duurzaam natuurgebiedje te behouden. Ik denk dat het daarbij van belang is dat autoverkeer en echte horeca uit de buurt gehouden worden om een en ander niet te laten uitgroeien tot de feest-toestanden die we kennen aan het Zoet Water in Oud-Heverlee. Maar in het weekend kan je dan wel terecht op het vriendelijke terrasje van de vissersclub.

Ik kom hier heel graag, in de week is er nauwelijks volk en vanuit het reservaat ga je verder door de vallei langs een soms wat ruig en drassig pad in de richting van Florival waar je dan aan het station ook een café vindt dat bijna altijd open is. Vanaf Florival kom je van de Klabbeekhoeve verder naar Gastuche, het plateau van Ottenburg en Basse-Wavre via de vallei en via het Bois de Laurensart en van daar kun je telkens de trein terugnemen.

de vallei van La Dyle en de Marbaise tussen Pécrot en Florival

Je kan ook in Florival of Pécrot het spoor oversteken en via Nethen naar het Meerdaalwoud stappen. Dit alles (bijna) zonder ook maar één auto tegen te komen.

Vanuit Leuven of Waver geraak je hier met de trein in zowat 15 minuten dus je auto laat je best thuis denk ik.

Ik vraag mij wel af waar de bevers gebleven zijn op de leibeek ‘La Petite Marbaise’ want ik zie helemaal geen dammen meer en de mooie horizontale buizen om het waterpeil onder controle te houden zijn verdwenen. Ik vrees dat de boeren in de vallei weer eens een beetje te veel hun drainage-goesting hebben kunnen doorzetten. In het verleden zijn er al eens op onwettelijke wijze dammen vernield maar ik dacht dat er tegenwoordig beter op de regelgeving werd toegekeken.

De vissers hebben nogal wat werken uitgevoerd en daardoor heeft de vijver toch wel wat zijn ‘wilde’ karakter verloren vind ik, onder meer doordat veel bomen zijn weggehaald en delen van de oever nu met planken zijn afgeboord waardoor de dieren minder goed in en uit het water kunnen. Ik stel ook vast dat rondom de vijver de bebouwing een beetje komt opzetten, vooral aan de ingang maar ook in de vallei waar de sportinfrastructuur zich lijkt uit te breiden.

Het echte natuurbeheer in deze omgeving wordt uitgevoerd met vrijwilligers, in dit geval die van Les Amis du Parc de la Dyle, de Waalse tegenhanger van Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud. Klik op www.pcdn-grez-doiceau.be en je weet onmiddellijk wie van overheidswege de hoofdverantwoordelijke is voor het beheer van dit mooie stukje natuur.

De vallei van la Dyle en de Marbaise tussen Florival en Pécrot

PCDN staat voor ‘Plan Communal de Développement de la Nature’ en zo’n plan is “un outil d’aide aux communes volontaires pour structurer sur leur territoire un ensemble d’actions favorables au patrimoine  naturel. L’objectif du PCDN est de préserver et d’améliorer le patrimoine naturel et paysager du territoire communal dans ses composantes physiques et biologiques tout en respectant et en favorisant le développement économique et social des habitants. Les PCDN sont élaborés au niveau communal dans la lignée du Plan d’Environnement pour un Développement Durable de la Région wallonne”.

Een dergelijk instrument hebben we in Vlaanderen niet maar ik vermoed dat onze Regionale Landschappen er het dichtste bij komen.

Als je op je staptocht van Pécrot naar Florival zou willen weten hoe het komt dat je daar altijd natte voeten aan overhoudt, is het nuttig om eens even de kaart erbij te pakken (NGI – Huldenberg – Grez-Doiceau 32/5-6, zie ook de foto). De vijver van Pécrot werd in 1959 uitgegraven om iets te doen tegen de wateroverlast van de in de Dijlevallei aanwezige stroompjes en bronnen.

De hoofdrivier in de vallei is natuurlijk La Dyle. Je bent op dit traject nog juist in Wallonië want de taalgrens is precies aan de overkant van de rivier. Pas iets ten noorden van de ‘Pont des Brebis’ op de weg tussen Pécrot en Sint Agatha Rode wordt La Dyle de Dijle.

Pécrot-Florival – tussen la Petite Marbaise, la Grande Marbaise en La Dyle – een beetje betovering

Daarnaast zijn er nog twee andere riviertjes, ‘la Grande Marbaise’ en ‘la Petite Marbaise’ die beiden ontspringen uit bronnen juist ten noorden van Florival. Die beide namen zie je nog op de kaart stroomafwaarts van de vijver van Pécrot op weg naar het Grootbroek waar ze allebei in uitkomen. Ten zuiden van de vijver van Pécrot zijn de beide Marbaises sinds enkele jaren samengevoegd en omgevormd tot een tamelijk recht kanaaltje.

Uit krantenartikelen van een tiental jaren geleden begrijp ik dat dit kanaaltje een soort compromis is na een heftige strijd tussen boeren en natuurbeheerders om te voorkomen dat de vallei voortdurend onder water staat ten nadele van de boeren maar om aan de andere kant ook het natte karakter van het gebiedje te bewaren dat precies de reden is waarom de vallei tot Europees topnatuurgebied is uitgeroepen.

Voor agro-industriële boeren lijkt me de vallei in elk geval niet erg geschikt. In de weilanden grazen koeien en ik neem aan dat hun eigenaar(s?) ecologische beheersovereenkomsten hebben gesloten met de overheid om de landbouwactiviteit in harmonie met de hoge natuurdoelstellingen uit te oefenen. Jammer genoeg zag ik dat er nog altijd gespoten wordt op de distels en de brandnetels in en aan de rand van de weiden tot voorbij de afrastering in het natuurgebied. Dat is zeker niet de bedoeling en volgens mij ook volstrekt verboden.

Pécrot-Florival – tussen la Petite Marbaise, la Grande Marbaise en La Dyle – meneer en mevrouw ree

Het resultaat is in elk geval een wondermooi landschapje langs knotwilgen, populieren, grazende koeien, ontoegankelijke poelen, een overdaad van planten en hier en daar van enige afstand een kijkje op de rivier waar het allemaal om draait: ‘la Dyle’.

Aan het einde kom je in de richting van het waterzuiveringsstation nog een rij klassieke populieren tegen met daartussen een vlonderpad. Af en toe valt er zo’n boom over dat pad en dan is er weer wat timmerwerk voor nodig om de doorgang weer vrij te maken.

En tenslotte een advies: in de zomer bescherm je je best ferm tegen muggen en andere steekbeesten want zoals overal in de wat natuurlijker valleien hebben die een heel speciale voorkeur voor argeloze bezoekers die zich te stads gekleed  in hun gebied wagen.

L’Etang de Pécrot – heel vroeg in de morgen

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

bronverwijzingen

http://www.etangdepecrot.com/index.html.

Een mooi filmpje over de Canadese gans:

https://www.inbo.be/nl/canadese-ganzen-vangen-vermijdt-miljoenen-euro-aan-landbouwschade-en-watervervuiling-nb-03-17

Iris pseudacorus (Gele lis) – Plant(en)namen

https://www.plantennamen.info › Wetenschappelijke namen

l’Etang de Pécrot – Kattenstaart

Hoe Iris boodschappen naar de aarde brengt. De iris en de gele lis …

natuurverhalen.nl/2006/01/06/de-gele-lis-een-herinnering-aan-iris/

zie ook: http://ernstguelcher.blogspot.be/ met trefwoorden wandeltip, pécrot, gele lis, iris

zoom en draaibare link googlemaps naar de vijver van Pécrot:

https://www.google.be/maps/place/Rue+Georges+Pensis,+1390+Grez-Doiceau/@50.7790104,4.6512097,553a,35y,207.26h,39.31t/data=!3m1!1e3!4m5!3m4!1s0x47c1631e2f59e011:0xc9823584ab382b58!8m2!3d50.7772582!4d4.6484071

l’Etang de Pécrot – la Petite Marbaise – kikker (meerkikker)

trefwoorden: l’Etang de Pécrot, Dijle, Dyle, marbaise, natuurbeheer, CNPD, les amis du Parc de la Dyle, Pécrot, Canadese gans, Gele lis