JODOIGNE – MARAIS DE GENNEVILLE EN PRE SAINT JEAN

Uitgelicht

April 2021

Ernst Gülcher

contact: ernst.guelcher (at) telenet.be

  

Pak de kaart van Jodoigne er even bij (zie de afbeelding in het album) en ga op zoek naar het dorpje Saint-Remy-Geest. In een eerdere reportage met de titel ‘op stap in het land van de Gobertange – op verkenning in Melin en Saint-Remy-Geest’ (zie de link) vertelde ik al iets over le Moulin de Gen(ne)ville. Die vind je op het riviertje Le Chebais aan de Rue du Moulin de Genville ten oosten van Saint Remy Geest op weg naar de brug over de Grande Gette in Sainte-Marie Geest. Vlak ten noorden van de molen zie je op de OSM kaart een soort van blinde vlek maar op zijn topografische voorganger van 1989 staat er een ‘pompage’ aangeduid en een ‘réserve naturelle’ en ook een beek met de naam La Trislaine. Die beek ontspringt in het reservaat en komt een beetje verder uit op de Grande Gette. Op de Villaretkaart van 1745 ziet het gebiedje er uit als een verzameling van hooilandjes die van elkaar gescheiden zijn met hagen of rijen wilgen. En als je op die kaart kijkt naar al het gekronkel van de waterstroompjes in de omgeving weet je meteen dat het er in die tijd ferm moerassig was net als in de andere gedeelten van dit valleigebied en dat er voor de boeren van toen en in latere tijden van mechanisatie niet veel mee te beginnen was.

Om die reden zal het gespaard gebleven zijn van de grootschalige intensieve akkerontwikkeling die kenmerkend is voor de hele streek van de beroemde Gobertangekalksteen. Maar terwijl de rest van de vallei in onze tijd is omgevormd tot weiden voor paarden en schapen, tot visvijvers met chalêts, bosjes van populieren en naaldbomen en zelfs hier en daar de grond is opgehoogd om er huizen te kunnen zetten, is dit kleine stukje door de eeuwen heen toch min of meer moeras gebleven. Om die reden is het al in 1976 een ‘Réserve Naturelle et Ornithologique’ (RNOB) en wordt nu beheerd door NATAGORA (de Waalse tegenhanger van Natuurpunt). Het gebiedje is ook opgenomen op de lijst van ‘Sites de Grand Intérêt Biologique’. Wie ‘het kleine niet eert is het grote niet weert’ zullen we maar zeggen want in totaal gaat het maar om een natuurterreintje van iets meer dan 1,5 hectare waarvan het grootste deel pas in 2012 kon worden aangekocht.

Maar “malgré son isolement, le site héberge une biodiversité assez remarquable avec notamment près de 180 espèces de plantes supérieures et plus de 90 espèces d’oiseaux » lees ik in de officiële beschrijving van het reservaat en dat is ruim voldoende om er eens op verkenning te gaan.

De ingang van het natuurreservaat Les Marais de Genneville in Saint Remy Geest (Jodoigne) is helemaal aan het einde van de Mont à Lumay, een charmant straatje met enkele boerenhuizen tussen bomen in de weiden. Naast het reservaat is een comfortabel fietspad dat aansluit op de RAVeL L 142 tussen Zétrud-Lumay en Sainte Marie Geest. Het infobord met de voorstelling van de site aan de ingang vertelt je dat ‘Arcadis aide le plus petit rongeur d’Europe à devenir grand’. Het gaat om de kwetsbare ‘Rat des moissons’ (Micromys minutus), een dwergmuis die amper 6 gram weegt en daarmee het kleinste knaagdier van Europa is. Dit diertje houdt van rietlandjes (roselières) en grasruigtes (mégaphorbiaies) waartussen het nesten maakt en kan zich handhaven op voorwaarde dat er éénmaal per jaar gemaaid wordt.

Door de huidige industriële landbouwmethoden is de soort bedreigd maar hier in deze natuur-oase leeft blijkbaar een tamelijk grote kolonie tussen het opgestapelde maaisel. Hoewel de site desondanks niets eens onder het Europese Natura-2000 beschermingsstatuut valt en pas in 2019 als een echt natuurreservaat erkend is bruist hij van biodiversiteit “avec notamment près de 180 espèces de plantes supérieures et plus de 90 espèces d’oiseaux. Le bruant des roseaux (Emberiza schoeniclus), la bouscarle de Cetti (Cettia cetti), l’hypolaïs ictérine (Hippolais icterina) sont quelques-unes des espèces de l’avifaune peu commune qui fréquentent l’endroit durant la période de nidification, tandis que, durant l’hiver, on peut y contacter la bécassine des marais (Gallinago gallinago) ou le râle d’eau (Rallus aquaticus)’’, ook de houtsnip (Bécasse de Bois) en wintertaling (Sarcelle d’hiver) voelen zich hier thuis. Daarnaast leven er uiteraard ook zeer veel insecten, waaronder kevers, vlinders, libellen en wilde bijen.

Het moeraslandschapje ondervindt wel nadelen van de droogte van de laatste jaren en omdat er een grondwater-oppompstation vlak aan grenst, maar vertoont toch alle kenmerken van natte graslanden met een uitbundige begroeiing, meidoornhagen, een rij oude knotwilgen, een moerassig elzenbosje en massa’s schots en scheef over elkaar heen groeiende en vallende wilgen. Bij mijn bezoek in de winter was er nog niet veel van te zien maar in de informatie van Natagora lees ik dat in de lente het hier bol staat van de dotterbloemen. En hoewel ik niet denk dat het water van het beekje La Trislaine nog door de dorpelingen als drinkwater gebruikt wordt, groeien er waterplanten in zoals waterkers (cresson de fontaine) en watermunt (la menthe aquatique). Er zijn geen paadjes in het gebied en in de broedtijd zijn mensen met hun grote voeten en honden er uiteraard niet welkom maar als je de ploeg van vrijwilligers voor het beheer zou willen versterken ben je hoogst welkom begrijp ik.

Het zou wel fijn zijn als in de komende jaren de aangrenzende terreintjes ook binnen het natuurreservaat komen te liggen want op het ogenblik staat er zelfs nog een bosje van naaldbomen en dat past helemaal niet in deze natuur-omgeving. Dan kunnen ook de ongastvrije afsluitingen en verbodsborden (privé, access interdit) bij de buren worden weggeruimd.

Le Marais de Pré Saint-Jean juist ten oosten van het centrum van Jodoigne vind je aan het einde van een straatje met de idyllische naam ‘Allée des Ormes’ iets ten zuiden van de Rue de Piétrain. Ik ben er een kijkje gaan nemen op aanraden van conservator Hervé Paques van Natagora die me vertelde dat het een nieuw natuurreservaatje is van het type ‘natte ruigte’ (‘zone humide’) met een oppervlakte van 6,5 hectare en dat is toch al weer wat meer dan de 1,5 hectare van Les Marais de Genneville. Le Ruisseau Saint-Jean kronkelt hier op de Villaretkaart van 1745 en op de kaart Vandermaelen van 1846 door een volledig onbebouwd moerasgebied. Hij komt in Jodoigne uit in La Grande Gette. Waar hij precies ontspringt is me niet helemaal duidelijk maar hij maakt enkele honderden meters naar het zuiden een haakse bocht naar rechts op een plek of gehuchtje met de naam Molembals St.Job en Grunendael en gaat dan verder naar Huppaye waar op de oude kaart enkele keren het woord ‘font’ staat.

Op één plek is er een rechtgetrokken stuk wat duidt op de aanwezigheid van een watermolen en verder zijn er op het traject nauwelijks huizen te zien. Op de Open Street Map van vandaag is de beek nauwelijks meer te zien. Alleen aan de Ferme de Baron/Le Grand Château ten westen van Huppaye is er nog een open stuk, bijna al de rest lijkt volledig te zijn ingebuisd om bebouwing toe te laten. Bijna, want aan die Allée des Ormes en nog iets verder tot aan de RAVel L 125 is er ook nog een strookje voor de natuur overgebleven met zelfs nog wat (privé-)bos. Toen ik er aankwam moest ik wel even slikken want niet alleen dat er geen ‘Ormes’ (iepen) te zien zijn maar je staat daar midden in en bovenop een gloednieuw industrieterrein dat heel de vallei lijkt te vullen met covid-ontvolkte blokkige gebouwen. Om in het reservaat te komen moest ik een steile helling afklauteren achter het laatste gebouw en paadjes zijn er nergens te zien.

Rechts kijk je op een tamelijk recente woonwijk op de plaats waar op de kaart van 1969 nog de ‘Villa des Ormes’ staat, maar links zijn er gelukkig nog open weiden. Tussen die beiden strekt zich een wildernis uit die niet toegankelijk lijkt en het ook niet is zodra de bramen en de brandnetels uitlopen. Als je er gaat kijken, trek je best hoge waterdichte laarzen aan want dat van die ‘natte ruigte’ moet je volstrekt ernstig nemen als je er ook maar een beetje in wilt doordringen om foto’s te maken. Op het internet vind ik dat het pas sinds 2020 officieel een reservaat is waarover na een jarenlang conflict over ‘le contournement de Jodoigne’ de gemeente Jodoigne met Natagora tot overeenstemming is gekomen waarbij de natuurvereniging een beheer-concessie gekregen heeft voor een periode van 30 jaar. Daarover zal ik het misschien nog hebben (de info is gesluierd) maar je krijgt alvast enkele foto’s, zelfs een van een ree die zich hier beter lijkt thuis te voelen dan de mensen. Ik hou wel van dit soort ongetemde natuur maar ik denk dat ik bijna de enige ben want waarom anders hebben we er nog maar zo weinig van?

Onderaan de helling van het opgehoogde industrieterrein aan de Allée des Ormes strompel ik zo goed en zo kwaad als het gaat door een moerassige wildernis waar de bramen naar me grijpen, omgevallen bomen in de weg liggen en ik ieder ogenblik diep in de nattigheid zou kunnen wegzinken. Dat laatste blijkt in de praktijk nogal mee te vallen omdat de bedding van de beek bij nader inzien niet in het reservaat is maar aan de westrand. Ik ken de geschiedenis van het eens zo mooie valleitje van de Ruisseau du Pré Saint-Jean nog niet goed maar ik lees dat dankzij NATAGORA nog maar in juni vorig jaar besloten is om dit stukje toe te voegen aan de lijst van officieel door het Vlaams gewest erkende ‘sites de grand intérêt biologique’. Op de website van die sites vind ik er nog geen beschrijving van maar dat zal wel komen.

Voor hetzelfde geld was het helemaal verdwenen onder het metershoge puin onder het zich uitbreidende industrieterrein want ik vermoed dat dit toch wel de bedoeling zal zijn geweest van de gemeente Jodoigne die jaren geleden de gronden in de vallei heeft aangekocht. Ik weet nog niet genoeg wat de natuurvereniging met het terrein gaat doen maar de uitdaging is levensgroot en het zal heel wat inspanningen vragen denk ik ‘om er iets moois van te maken’. Ik lees dat het de bedoeling is om de biodiversiteit te verhogen en om het toegankelijk te maken voor educatieve doeleinden. Ik heb nog geen inventaris gezien van wat er hier allemaal groeit en bloeit maar ik denk dat het wat dat betreft wel goed zit en nog snel zal verbeteren als er maaibeheer wordt ingesteld en de woekerplanten zoals de bramen worden beteugeld. Dat laatste zal wel niet eenvoudig zijn want zo te zien is het grond- en beekwater veel te voedselrijk om goed te zijn en daar zal de natuurvereniging niet veel aan kunnen veranderen. Hier en daar kom je ook wel wat bouwafval tegen en dat zal opgeruimd moeten worden. Er staat zelfs nog de ruïne van een oud huis of châlet van een vroegere bewoner – een lezer vertelt mij ooit het clubhuis van de plaatselijke scouts – midden tussen de bomen.

Op die plek is er ook een ooit door een van de bewoners gegraven visvijver die ik in zijn verlatenheid heel mooi en natuurlijk vind. Ik hoop dat die niet wordt gedempt maar omgezet in een kweekplek voor kikkers en salamanders. Ik hoop ook dat men niet te veel van de bomen er zal willen afhalen want die geven het gebiedje een heel bijzonder sfeer, ook al omdat ze schots en scheef door en over elkaar groeien zoals dat gebruikelijk is in een moerasbos.

De erkenning van het natuurreservaat Pré Saint-Jean in Jodoigne is het resultaat van harde onderhandelingen tussen de gemeente en NATAGORA en is een leerzame les over de spanning tussen mens en natuur. Neem de kaart er maar bij en dan zie je dat zoals alle steden Jodoigne tegen de zich altijd maar opdringende koning auto kampt. Het stadscentrum dateert uit een tijd dat dit vervoermiddel nog nauwelijks gebruikt werd en alle grote wegen elkaar zowat aan de kerk kruisten.

Niet alleen dat er nog voortdurend in en rond de stad nieuwe gebouwen en dus auto’s bijkomen maar ook moet al het doorgaand verkeer dwars door het centrum via de loodrecht op elkaar staande assen tussen N240 Chaussée de Wavre-Hannut en N29 Chaussée de Tirlemont-Charleroi. Ik lees dat “ Il suffit de venir au centre-ville aux heures de pointe, on voit que tout est bloqué. Evidemment, il y aura toujours des véhicules puisque Jodoigne est une ville scolaire, il y a 5.000 élèves qui viennent tous les jours ici. Mais les 2.000 camions en transit et les véhicules qui vont vers Wavre ou vers Hannut pourront éviter le centre, de même que les personnes qui viennent de la Chaussée de Charleroi” (reportage RTBF, zie de link). Sinds 1979 ligt er een plan op tafel voor een ‘contournement’ waarbij juist ten zuiden van het centrum een ringweg wordt aangelegd van de N240-N29-N240 met uiteindelijk ook een nieuwe verbinding richting Tienen. Voor het tracé kijk je best even op de bijgevoegde afbeelding.

Contournement de Jodoigne zoals gepland – kaart van de gemeente

De straatnamen staan daar niet bij maar je ziet dat – zoals bijna altijd bij dit soort door ingenieurs op de tekentafel uitgezette plannen – de nieuwe weg dwars door enkele groene zones is getekend. Een eerste etappe van uitvoering tussen de N240 (Waver) en de N29 (Charleroi) dwars door het natuurreservaatje ‘le marais du faubourg Saint-Médard’ ten zuiden van de Ferme/Château du Stampia had al lang voltooid moeten zijn. Ik heb dit reservaatje nog niet bezocht maar het is ondanks zijn omvang van slechts 14,5 hectare een bij wet erkende en beschermde ‘Site de Grand Intérêt Biologique’ en om zijn biodiversiteit beroemd bij alle natuurliefhebbers in de regio. Het plan heeft om die reden geleid tot een jarenlange politieke en juridische strijd tussen de overheid en de natuurverenigingen waarbij Natagora met ferme steun van de plaatselijke publieke opinie in 2017 heel het dossier heeft aangespannen bij de Raad van State met de eis om de vergunning van het Waals Gewest voor het project te vernietigen. Voor de ecologische en juridische details verwijs ik je naar de eerste drie links onder deze tekst maar hierna geef ik er toch al een samenvatting van.

Jodoigne – het Marais Saint-Jean en het geplande ‘contournement’. Er is vinnig over gestreden maar er is een compromis bereikt tussen Natagora en de gemeente. Zoals ik al schreef bracht de natuurvereniging het conflict in 2017 voor de Raad Van State. Voor zover ik de juridische argumentatie goed begrijp gaat in een notendop om het volgende. De bescherming van wettig erkende natuurreservaten is vastgelegd in verschillende internationale en nationale wetten zoals Le loi sur la Conservation de la Nature. Uit die wetten blijkt dat de gemeente verplicht is om in geval van projecten met mogelijke aantasting van die reservaten verplicht is om zich rekenschap te geven van de ecologische gevolgen met het doel om die te voorkomen of minstens te beperken. Natagora verwijt de gemeente dat die zelfs geen studie heeft laten maken van de ecologische gevolgen (évaluation des incidences) voor de kwetsbare flora en fauna in de natuurgebieden waar die weg moet komen (Marais faubourg de Medard en Marais Pré Saint-Jean) noch op de aantasting van peil en de stromingen van de water in die gebieden.

Op de bescherming wordt geen beperking aanvaard tenzij er zeer uitdrukkelijk een afwijking (derogatie) wordt toegestaan. Zo’n afwijking kan alleen worden toegestaan als de gemeente zou bewijzen dat ze alle mogelijkheden heeft onderzocht die zouden kunnen dienen om de impact van de nieuwe ring te beperken met inbegrip van onderzoek naar alle mogelijke alternatieven en als zou blijken dat die alternatieven allemaal totaal onmogelijk zouden zijn: “Comme stipulé à l’article 5 de la Loi sur la Conservation de la nature : « …la dérogation ne peut être accordée qu’à condition qu’il n’existe pas d’autre solution satisfaisante… » . Ook op het vlak van de alternatieven heeft de gemeente niets onderzocht, laat staan opgenomen om uit te voeren. Bovendien brengt Natagora naar voren dat de geplande ring zelfs geen oplossing zal bieden voor de verkeersproblemen in de binnenstad zelf: “Nous regrettons le manque de prise en compte des autres mesures qui pourraient soulager le centreville de ses embouteillages. Il n’est pas question d’interdire les poids lourds sur ces axes, ni d’améliorer les transports publics, les parkings extérieurs, le co-voiturage, les bus scolaires, etc. Sans oublier la mobilité douce, piétons et vélos. Car le contournement ne résoudra pas tout. Une grande partie du trafic se rend dans les écoles et les commerces du centre-ville”.

De gerechtelijke procedure had jaren kunnen duren en omdat de natuuropvattingen ook in de wijdere samenleving aan het veranderen zijn is de kans groot dat Natagora de zaak had kunnen winnen en de gemeente haar hele procedure opnieuw zou mogen beginnen.

Zover is het niet gekomen want in 2018 maakten de partijen bekend dat ze een compromis hadden gevonden waarin de natuurvereniging zich niet langer gerechtelijk tegen de aanleg zou verzetten in ruil voor een drietal toegevingen vanwege de gemeente. In 2020 is over dit compromis een conventie gesloten. 1) Het traject door de marais Faubourg du Medard blijft ongewijzigd maar de wateroppervlakten aan beide kanten blijven met elkaar verbonden. Er zullen ook drie amfibietunnels worden aangelegd; 2) Ter hoogte van Zétrud-Remy wordt een boer tot de orde geroepen die een natuurgebied van 6 hectare illegaal in een maisveld heeft veranderd 3) Het Marais Pré Saint-Jean wordt erkend als reservaat en Natagora krijgt een concessie van 30 jaar voor het beheer en zal in ruil natuureducatieve activiteiten ontwikkelen. In het kader van deze tekst is natuurlijk vooral punt 3 van belang.

We zullen zien hoe het in de komende jaren verder zal verlopen, zeker wanneer men konkreet aan dit deel van het traject zal gaan werken. Ik veroorloof mij om een balletje op te gooien om inplaats van een autoweg op die plek daar een fietspad aan te leggen want dat zou perfect aansluiten op de noord-zuid RAVel-L142.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

+++ 

https://www.natagora.be/reserves/marais-de-genneville

+++ 

http://biodiversite.wallonie.be/fr/159-marais-de-genneville.html?IDC=1881&IDD=251660860 

+++ 

http://biodiversite.wallonie.be/fr/r-n-o-b-1982-reserves-naturelles-gerees-par-les-rnob-bruxelles-rue-vautier-29-1040-bruxelles-les-reserves-naturelles-et-.html?IDD=167775042&IDC=3046

 +++

Dwergmuis – Wikipedia https://nl.wikipedia.org › wiki › Dwergmuis De dwergmuis (Micromys minutus) (ook oogstmuis genoemd) is een knaagdier dat voorkomt in Europa en Azië. Het is het kleinste knaagdier van Europa.

+++

https://www.dhnet.be/regions/brabant/contournement-de-jodoigne-la-ville-et-natagora-s-engagent-a-preserver-des-zones-humides-5f9c36c17b50a6525bb142d0

+++ 

https://www.tvcom.be/video/info/societe/une-nouvelle-reserve-naturelle-geree-par-natagora-le-long-du-contournement-de-jodoigne_27268_89.html

+++

+++

https://brabantwallon.natagora.be/decouvrez-nos-projets/pole-vigilance/contournement-de-jodoigne

+++ 

+++ 

+++ 

https://www.rtbf.be/info/regions/brabant-wallon/detail_contournement-de-jodoigne-natagora-retire-son-recours-les-travaux-vont-pouvoir-commencer?id=9957591

+++ 

https://brabantwallon.natagora.be/decouvrez-nos-projets/pole-vigilance/contournement-de-jodoigne

+++ 

http://biodiversite.wallonie.be/nl/2907-marais-du-faubourg-saint-medard.html?IDD=251659955&IDC=1881 (marais du Faubourg du Medard)

trefwoorden:

jodoigne, natagora, marais de genville, marais pré saint jean, contournement,

Advertentie