DEN INGHEL  IN HEVERLEE DE OUDSTE BROUWERIJ IN LEUVEN 

mei 2021

Ernst GÜLCHER

contact: ernst.guelcher (at) telenet.be

In Leuven-Heverlee kent iedereen uiteraard de Abdij van Park maar wist je dat die abdij – en zekers de vijvers ervan –  zowat de achtertuin zou kunnen zijn van een statig maar tussen alle huizen niet voldoende opvallend oud gebouw aan de Oude Geldenaaksebaan nummer 85 op minder dan honderd meter rechts van de Leeuwenpoort aan de Molenbeek?  ‘Den Inghel’ was in 1102 de oudste brouwerij in het gehucht Vinckenbosch in de streek van Leuven. 

Dat gehucht – tegenwoordig een nogal drukke stadswijk – was in die tijd nog lang geen deel van de stad en de abdij bestond ook nog niet. Over die vroege geschiedenis vind ik niet veel behalve dat de brouwerij onafhankelijk was van de latere abdij maar ook van de heren van Heverlee tot in de tijd van de Hertog van Arenberg. Eigenlijk wist ik niet dat dit kon in die tijd.

In 1584 brandt hij af met de rest van het gehucht – in die tijd waren de gebouwen in Vinckenbosch van hout – en hoe hij er tot die tijd kan hebben uitgezien weten we alleen van een oude figuratieve kaart van 1617 waar het gebouw is afgebeeld maar er wel uitziet als met bakstenen gezet.

Volgens ‘Leuven van Weleer’ wordt hij  “in 1672 terug opgebouwd door abt Libeer de Paepe, deze keer als brouwerij van de Parkabdij. De voorheen onafhankelijke brouwer was vanaf dan pachter … Het bruine en blonde Parkbier wordt nog steeds in licentie gebrouwen (in Ierland) en is te koop bij de Aldi”. 

Op de Villaretkaart van 1745 en andere kaarten zie je de brouwerij overduidelijk aangeduid op zijn huidige plek en wat mij opvalt is dat in die jaren het landschap nog erg landelijk geweest moet zijn met een kronkelende beek, heel weinig omgevingsbebouwing en de drukke stad nog altijd op flinke afstand. In die tijd is het geheel opperduidelijk een deel van het Parkdomein.

Als je heel goed kijkt zie je het jaartal 1672 nog ingebeiteld boven de boogpoort op het binnenhof en ook heel duidelijk onder de poort onder het ronde venster met het wapen van Leuven tussen de hoge vensters aan de straat.

In dat jaar werd en wordt nog altijd de brouwerij omringd door 17de eeuwse gebouwen zoals de voormalige wasserij van de Parkabdij op de hoek van de Abdijdreef en het voormalige Sint-Jorishof aan de overkant (nu de Sint-Norbertusschool tot en met Garage Albert). Over de oorsprong van de naam Ingel’ of ‘Engel’ (al dan niet met een ‘h’ ertussen) heb ik nog niets gevonden.

Over de oudste geschiedenis van Den Inghel blijkt toch iets meer bekend te zijn dan wat blijkt uit de publieke informatie. In de voorbereiding van de restauratie hebben de huidige eigenaar Bart Viaene en zijn echtgenote een zeer degelijke archeologische studie laten maken die hoofzakelijk technisch is maar toch een tipje van de sluier oplicht.

Op grond van nooit gepubliceerde gegevens van de voormalige archivaris van de Parkabdij Felix Maes zou er zeker in 1303 al een ‘broucamme’ gestaan hebben met ene Walter van Lier als brouwer. Die groeide later uit tot herberg “de Enghel”. Brouwerij en herberg waren samen met het omringende gehucht Vinckenbos en de nabijgelegen pachthoeve van de abdij vele jaren het onderwerp van processen tussen de Parkabdij die de heerlijkheid Vinckenbos bezat, de heren van Heverlee en de stad Leuven.

Die strijd eindigde rond 1584 toen het hele gehucht met inbegrip van de brouwerij afbrandde in het geweld van de opstand van de Nederlanden tegen Spanje. Pas na het einde van de tachtigjarige oorlog kon de wederopbouw beginnen. 

In 1643 liet abt Jan Maes de ruïne van de abdijhoeve afbreken maar pas dertig jaar later zag onder abt Libert De Paepe bovenop de blijkbaar bewaarde kelders van de oude Camme de nieuwe brouwerij het licht.

Vanaf daar put ik opnieuw uit ‘Leuven Weleer’: “Het bierbrouwen in pacht duurde niet lang, en Den Inghel kreeg dan ook alras verschillende functies: postkoetshalte (zoals ook De Keizer op de Tervuursesteenweg, De Oude Kantine aan het Arenbergkasteel en De Mol op de Tiensesteenweg), hotel voor het laag volk en het vrouwvolk dat niet mocht overnachten in de abdij als de stadspoorten gesloten waren, kazerne, huis van de rentmeester van de hertog van Arenberg, hospitaal voor trekpaarden, coöperatieve bakkerij Perfecta, viskwekerij/vijverwerken gebroeders Basiel en Antoon Bellefroid, studentenkoten en – de laatste twintig jaar – uiteindelijk voor het eerst: woon-erf.”

Den Inghel aan de Geldenaaksebaan in Heverlee werd gebouwd als fabriek en is zeer lang in  gebruik gebleven voor industriële doeleinden waarbij de woonfunctie duidelijk secundair was. De site is pas sinds halverwege de 20ste eeuw in gebruik en gerestaureerd als een privé-woonst.

Over dat industriële verleden vind ik eigenlijk bijzonder weinig details terug maar ik denk dat dit aan het internet ligt of dat er nog altijd van alles verborgen is in druk uitgegeven teksten en in ongeopende archieven (bijvoorbeeld die van de stad Leuven en van de hertog van Arenberg).

In Leuven Weleer staat een mooie foto van 1913  met de zaakvoerders, de koetsen en de paarden van Volksbakkerij Perfecta die in die tijd in het gebouw gevestigd was. Hoofdstuk III van een recente studie over de ontwikkeling van de voedingshandel in Leuven tijdens tweede helft van de 19de eeuw vertelt dat de bakkerij en vooral de droge voedingssector in totaal in tussen 1860 en 1910 opmerkelijk toenamen.

Auteur Wim Lefrebvre haalt uitvoerig een boek of artikel aan van ‘Hermans – La Boulangerie à Louvain’ waarin staat dat vanwege het toenemende aantal inwoners en door de kleinschaligheid er in 1904 zes broodfabrieken in bedrijf zijn, twee nogal groot (‘de Proletaar’ van de socialisten en ‘het Volksgeluk’ van burgemeester Vanderkelen) en vier wat kleiner. De bakkerij Perfecta stamt ongeveer uit die tijd (maar het preciese jaartal ontbreekt) en of deze bakkerij bij die zes gerekend wordt weet de auteur niet.

Over het reilen en zeilen van deze bakkerij vind ik alleen enkele zaken in de hieronder vermelde ‘Archeologische studie’ van 1993: Perfecta is voor WO-I gesticht als een samenwerkende maatschappij en “Henri Everaerts, bijgenaamd ‘Hanke Perfecta’ (Henke?), nam er het beheer waar. Men beschikte over moderne machines, zoals de kneedmachine … om massaal brood, koeken en wafels te bakken. Toch ging de zaak omstreeks 1929 over de kop”. 

De eigenaar woonde in het gebouw en heeft zeer belangrijke verbouwingen doorgevoerd, vooral aan de achterzijde om zijn grote machine te plaatsen en heeft daar ook een apart ovengebouw laten zetten. Veel (alles?) daarvan is teniet gedaan door restauratie in 1936 (Bellefroid-periode) en de archeologische studie wijdt hier grote aandacht aan.

Op oude foto’s zie je echter nog goed hoe het er in die tijd uitzag. Die foto’s werden door de heer H.Uytterhoeven aan eigenaar Bart Viaene gegeven en met zijn toestemming (dank!) laat ik ze je in deze bijdrage allemaal zien. Hierna vertel ik over de viskweek en de onder puin bedolven kweekbassins. 

Den Inghel in Heverlee trok na de faling van de volksbakkerij Perfecta in 1929 de aandacht van de familie Bellefroid. Over hen ga ik het in een volgende reportage nog eens hebben want in het Leuvense en ver daarbuiten staan zij bekend als kwekers van zoet watervis en waren ze bijna overal in dit deel van de Dijlevallei de eigenaars en dikwijls ook de aanleggers van de vijvers.

Rechts van de dreef valt het begin van de eerste abdijvijver op. De eerste en de tweede vijver dateren uit de 14de eeuw, de derde en de vierde werden eind 17de eeuw gegraven op initiatief van abt Filip van Tuycom.

De uitgestrekte vijvers (ongeveer 13 ha) voorzagen de kanunniken tijdens de talrijke vastendagen van de nodige zoetwatervis. In de 19de en de 20ste eeuw verhuurde Park de vijvers aan viskwekers. Vandaag wordt het vijvergebied met zijn talrijke natuurlijke bronnen gebruikt voor waterwinning.

Om de vis te ‘oogsten’ moesten de vijvers periodiek drooggelegd worden om de spartelende dieren in de modder bijeen te rapen. Het moet hard labeur geweest zijn, vooral in de winter als het vroor.  Vis – vooral karpers – werd opgekweekt in ‘vivaria’ – dat zijn bassins en daarna uitgezet in de grote vijvers. Op oude kaarten zie je zulke bassins nog naast de eerste grote vijver ten zuiden van de kapeldreef maar tot 1800 ook heel duidelijk op een sindsdien verdwenen zijarm van de Molenbeek naar de ‘Kapelbeemd’, dat is het afgesloten bosje links van de kapeldreef tegen de spoorweg, nu aangeduid als ‘kwelwatergebied Abdij van Park’.

De gebroeders Antoon en Baziel Bellefroid kochten Den Inghel in 1933 om het gebouw te restaureren tot een deftig woonhuis en op de vijvers een viskwekerij op te zetten (of ze die huurden of kochten weet ik nog niet). Ze braken de bakkerij af en maakten de veranderingen aan de achtergevel ongedaan.

Bart Viaene: “De familie Wellens-Bellefroid baatte de karperkwekerij nog uit tot aan de val van het IJzeren Gordijn, toen Polen en Tjecho-Slovakije de markt voor zoetwatervis veroverden. Die markt was echter al fel gedecimeerd in de tweede wereldoorlog : de grootste afnemers van karper waren immers de joden! Onder de verflagen van de achterdeur van “Den Inghel” kwam bij schilderwerken de ingekraste tekst tevoorschijn : <slecht leesbare naam> : JUDE!” waaruit kan worden afgeleid dat het leveren aan de Joodse gemeenschap door de Duitse bezettende macht niet werd gewaardeerd maar of het echt tot moeilijkheden heeft geleid weet ik niet.

De koppen van Baziel en Antoon staan (mét Lakense pet) gebeeldhouwd onder de sier-schoorsteenmantel in het gebouw. In Heverlee herinnert men zich nog dat je voor speciale gelegenheden aan Basiel Bellefroid mocht vragen om een een half uurtje op de vijver te roeien.

Jammer genoeg zijn echter ondank fel lokaal  protest de door de Bellefroids aangelegde vivaria verdwenen onder het asfalt van de bezoekersparking. Op de NGI kaart van 1989 zijn ze te zien en samen met het moerasbosje in de Kapelbeemd maken ze dan al deel uit van het statuut van beschermd landschap rond de Parkabdij.

Het voorstel van bewoners van de Geldenaaksebaan – ook sterk verontrust om nog eens meer auto’s in toch al veel te drukke straat – om de zone tot een eigentijds natuurbelevingsgebiedje te hervormen en die parking aan de leggen op de nabijgelegen Philipssite (met de brug over het spoor) stuitte op een veto van de Lodge, de uitbater van de gerestaureerde watermolen. Met een speciaal RUP is de Leibeek verlegd, de historische  waterregeling opgebroken en zijn de bassins opgevuld met bouwpuin. Om overstromingen tegen te gaan zou er tegenwoordig veel meer water uit de vijvers gewonnen worden dan vroeger waardoor het landschap dan ook ferm droger geworden is dan voorheen (zeggen mensen die het kunnen weten in de omgeving).

Den Inghel is sinds 1994 officieel beschermd als monument. Het erfgoeddossier bevat een minieme beschrijving maar (nog?) geen info over geschiedenis wat jammer is omdat uiteraard sinds de (her) bouw in 1672 de omgeving wel heel erg veranderd is. Die bescherming omvat het hoofdgebouw met inbegrip van de oude paardenstallingen die ook al dateren uit de tijd van Abt De Paepe. Dankzij lezer Jan Hollevoet kan ik je een figuratieve kaart laten zien van 1617 waarop je Den Inghel en omgeving ziet staan. Merk op dat  het dus gaat om een beeld uit de tijd dat het gebouw en de rest van Vinckenbos afbrandde en wederopbouw nog niet in zicht. Nog een kaart, maar dan uit 1769 toont de hele site waarbij Den Inghel duidelijk een deel is van het Parkdomein en je ook de vivaria (visvijver) in de kapelbeemd opperduidelijk ziet. 

Bij de bescherming van een privéwoning als monument zijn er onvermijdelijk discussies over de restauratie, de herbestemming en  het bewaren van de authenticiteit (nog afgezien van de vraag wie dat allemaal gaat betalen). Juist toen Bart Viaene en zijn huisgenoten het gebouw aangekocht hadden kregen ze te horen dat het als monument beschermd zou worden en dat ze er dus niets meer aan mochten doen zonder uitdrukkelijke toestemming.

Gelukkig was het gebouw al een woonhuis geworden dus er kon niet meer geëist worden dat het een industriële vestiging zou blijven. De vernieuwing van de vensters zorgde voor enige problemen maar dankzij de vastberadenheid en de inspanningen van de bewoners/eigenaars en met de hulp van de zeer uitvoerige archeologische nota van 1993 is een en ander toch in orde gekomen.

Ik denk dat het de moeite waard zou zijn als de mensen van de wijk ter gelegenheid van een Open Monumentendag ook eens hun licht zouden mogen opsteken over wat ik beschouw als een supergeslaagde, zeer authentieke met privé-middelen ondernomen restauratie van een eeuwenoude site tot een eigentijdse eersteklaswoning die geschikt is voor co-housing. 

Een en ander met uitzondering van de enorme zolder die nooit voor iets anders gebruikt is dan voor het bewaren van de grondstoffen (bloem) en er geen toestemming gegeven is om die te herbestemmen en dienovereenkomstig in te richten. Dat is ongebruikelijk want er zijn talloze beschermde monumenten waar die zolders met veel respect zijn heringericht. En eigenlijk is dat wel nodig want al dat schitterende houtwerk staat nu onbeschermd (onverwarmd) bloot aan de buitenlucht en dat is er op de duur niet goed voor en erg slecht als er eens een te laat ontdekt lekje is.

Ik vind dat je zo’n zolder tenminste van buiten onder de dakpannen zou moeten kunnen isoleren en dan van binnen kunnen verwarmen en aangenaam maken zonder ook maar iets aan het eikenhouten binnenwerk te veranderen. Maar dan moet je natuurlijk eerst wel toestemming krijgen om zo’n grote ruimte voor iets zinvols te gebruiken.

En zo blijft er altijd nog wel iets te doen. Voorbijgangers hebben dat niet altijd in de gaten en komen soms met gemakkelijke kritiek maar uit ervaring weet ik ook dat restaureren één zaak is maar dat het onderhouden in de goede staat een werk is van alle jaren dat nooit stopt en altijd weer heel veel aandacht en geld kost. Met dank aan Bart Viaene en zijn huisgenoten die deze inspanning dan toch al meer dan dertig jaar op zich nemen.

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

https://heverlee.weleer.be/geldenaakse-baan/1679

+++

Wim Lefebvre – De ontwikkeling van de voedingshandel in Leuven tijdens de …

http://www.ethesis.net › leuven › leuven_hfst_3

+++

Abdij van ’t Park…ing!? – PDF Gratis download – DocPlayer.nl

https://docplayer.nl › 10845919-Abdij-van-t-park-ing

+++

https://www.nieuwsblad.be/cnt/gtteknml

Buurt wil geen parking op kweekvijver 

+++

Abdij van Park – Je ziet er vandaag de dag enkel nog …

https://www.facebook.com › AbdijvanPark › posts › je-zi…

+++

Kwistig met kennis – Erfgoedcel Leuven

https://www.erfgoedcelleuven.be › getfile › bestand

+++

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/42568?fbclid=IwAR0H8GjsH-hlYZ2gADSeQuHzHCp7rnnjgF1inFny0ZrEQSkbr786aBix8Uw

+++

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/1826

+++

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/42067

+++ 

+++

Het huis “De Engel” Geldenaakse Baan 85, Heverlee – Archeologisch onderzoek naar de evolutie van de inwendige structuur; A.Maesschalck 1993 (niet gepubliceerd)

Reeks van kaarten en oude foto’s

trefwoorden: den inghel, bart viaene, perfecta, bellefroid, heverlee, abdij van park, bakkerij, brouwerij, viskweek, erfgoed,

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s