L’ETANG DE PECROT – LA FABULEUSE HISTOIRE

Mei 2021

Ernst Gülcher

contact: ernst.guelcher (at) telenet.be

L’Etang de Pécrot – kaart

De vijver van Pécrot (Gréz-Doiceau) aan la Petite Marbaise vlak langs de spoorlijn tussen Leuven en Ottignies is één van die plekken in onze streek waar ik altijd weer naar terug ga. Ik heb er al veel over geschreven omdat ik het een mooie maar ook uitdagende combinatie vindt tussen de inspanningen van een plaatselijke visclub en de natuurorganisaties.

Ik dacht dat ik er al veel over wist maar dankzij enkele vrienden uit de omgeving (dank aan Béatrice Denis) weet ik nu dat er door de ASBL PECROT DEMAIN ENSEMBLE al even geleden een mooi boek gemaakt is met tekst en foto’s over de geschiedenis van de vijver met de titel LA FABULEUSE HISTOIRE DE L’ETANG DE PECROT. Ondertussen staat het geheel ook op het internet en dankzij de inspanningen van Marie-Christine & Jean-François Misonne van GELURA (zie de link) kan je het allemaal zelf lezen bij je thuis of met behulp van een app op de bordjes die sinds enige tijd langs de oevers van de vijver en de vallei zijn neergezet.

Dat verhaalt begint zo : ‘’ En 1952, Monsieur Bellefroid (pisciculteur) demande l’autorisation de créer un étang à Pécrot. En effet, à ce moment, toute la vallée de la Dyle (Gastuche, Archennes, Pécrot et Weert-Saint-Georges) est dédiée à la reproduction de poissons. La Marbaise passait à cette époque au milieu du terrain actuel de l’étang. Un chemin de promenade la longeait d’ailleurs. Mr Bellefroid fera dévier la rivière estimant qu’il y avait suffisamment de sources pour alimenter l’étang. Vous pouvez encore voir cette déviation de nos jours. Lorsque vous prenez le sentier vers l’étang (en suivant les panneaux fléchés), la Marbaise est à votre droite. Au bout ce sentier, en passant le petit pont, vous constaterez que la Marbaise fait un coude vers la gauche. Elle ne rejoindra à aucun moment l’étang.”

Je kan dat inderdaad op oude kaarten nog zien. De familie Bellefroid is sindsdien uit het zicht verdwenen maar de vissen zijn gebleven en het natuurbeheer heeft zich ook ontwikkeld. Hierna vertel ik meer  over deze spannende geschiedenis.

De vijver – lees ik in  het verhaal ‘LA FABULEUSE HISTOIRE DE L’ETANG DE PECROT’ in Pecrot Ensemble Demain – wordt door de heer Bellefroid zo’n twintig jaar uitgebaat als visvijver maar na een grote droogte in 1976 heeft hij er genoeg van en overtuigt de gemeente Gréz-Doiceau om de site aan te kopen.

Vier later vraagt en krijgt de VZW Amis du Parc de la Dyle de toestemming om er de natuur te beheren en twee jaar daarna, we zijn dan 1882, krijgen een twintigtal vissers toestemming om hun sport op de vijver uit te oefenen.

Eind jaren 80 is het water nergens meer dieper dan 30 cm. Om hem opnieuw interessant te maken voor de visvangst moet hij worden uitgediept tot 1,5 meter, een dure ingreep (750.000 fr) waarvoor “le collège communal marque son accord à condition que le comité des pêcheurs participe à hauteur de 50.000 francs par an pendant 9 ans, le reste étant pris en charge par la commune. Ce contrat a été parfaitement tenu par le comité des pêcheurs qui comptait alors une bonne soixantaine de membres. Les berges furent nettoyées”.

In de jaren daarna moeten opnieuw grote kosten gemaakt worden om de verdroging tegen te gaan maar ook om een heel aantal bomen aan weerskanten van de vijver te vellen. In de winter van 1997/98 spant de natuurvereniging zich samen met de vissers in om de natuur van het eiland in de vijver te verbeteren en nadien worden ook de nog overblijvende populieren langs de vijver verwijderd en de oevers zo ingericht dat ze voor de vissers aantrekkelijk zijn.

Tegen die tijd zwemmen er toch heel wat soorten vissen rond zoals.

·        Ziverkarper – Carpe amour blanc et argenté (Hypophthalmichthys molitrix)

·        Lederkarper – Carpe Cuir (Cyprinus carpio carpio)

·        Gewone karper – Carpe Commune (Cyprinus carpio)

·         Spiegelkarper – Carpe Miroir (Cyprinus carpio carpio)

·        Blankvoorn – Gardons (Rutilus rutilus)

·        Ruisvoorn – Rotengle (Scardinius erythrophthalmus)

·        Winde – Ide mélanote (Leuciscus idus)

·        Zeelt – Tanche (Tinca tinca)

·        Kroeskarper – Carassins (Carassius carassius)

·        Brasem – Brèmes (Abramis brama)

·        Snoek – Brochet (Esox lucius)

·        Snoekbaars – Sandre (Sander lucioperca)

·        Paling – Anguille  (Anguilla anguilla)

·        Baars – Perche  (Perca Fluviatilis)

Of die er allemaal spontaan komen of worden uitgezet en wat de verhouding daartussen is weet ik nog niet. Veel van die vissen kunnen een verbazende omvang bereiken maar om ze in klaargemaakte vorm te willen proeven moet je in een restaurant zijn want op de L’Etang de Pécrot worden ze wel opgehaald maar ook weer terug in het water gezet om de te vermijden dat de visstand vermindert.

Nauwelijks is het natuurinrichtingswerk gedaan of er dient zich een nieuwe fase aan. Overeenkomstig de nieuwe Europese regelgeving op de verbetering van de waterkwaliteit zet de Région Wallonne zich vanaf eind 2000 in om aan de oostkant van de vijver van Pécrot buizen in te graven om het huishoudelijk afvalwater af te voeren. Op aandringen van Oscar Maricq van het Département Nature et Forêts (DNF) wordt bij die gelegenheid – ook al weer tegen hoge kosten – een ‘monnik’ geplaatst om het waterpeil te regelen en de uitstroom van vissen te vermijden. De visclub moet ook een nieuw toiletgebouw zetten om zich op de riolering aan te sluiten. 

De aanleg van het rioleringssysteem levert massa’s aarde op. Om enorme hoge afvoerkosten te voorkomenen wordt de grond ter plaatse gebruikt om de fragiele oevers aan beide zijden van het water te vergroten en te verstevigen.  Om arbeidskosten te besparen worden de werken uitgevoerd door de leden van de visclub zelf. Een deel van het hout wordt afgevoerd aan de plaatselijke boer maar met grote massa’s houtsnippers van wilgen – afkomstig van onderhoudswerken en aangevoerd door de gemeentearbeiders – worden de oevers ‘ontmodderd’. Reeksen in de grond geslagen oeverpaaltjes – eveneens van wilg – zorgen voor stabilisatie. 

Aan de kant van de Rue Cyrille Bauwens (langs het spoor) worden ook nog dure stabilisatiewerken uitgevoerd om het afglijden naar het water bij regen te verhinderen.

Wie vandaag terugkijkt op de veel te droge zomers van de laatste jaren kan het zich niet voorstellen maar in 2010 komt heel de omgeving van de vijver onder water te staan. In het boekje ‘La Fabuleuse Histoire de l’Etang de Pécrot’ zie je spectaculaire foto’s van een tot een bergstroom aangezwollen kolkende Marbaise en de ondergelopen visclub. Maar blijkbaar heeft dat toch geen grote schade opgeleverd want ik lees daar toch niets over.

In onze tijd vestigen de bevers zich in het riviertje. Dat is kennelijk een delicate materie want het boekje zegt daarover niet zo heel veel konkreets. Wie mijn teksten van de afgelopen jaren gevolgd heeft kent mijn bewondering voor de beheersystemen met horizontale buizen die de gemeente Gréz-Doiceau (?) jarenlang in de beek heeft geplaatst om deze nijvere dieren met hun dammen het water te laten stabiliseren maar ook om te voorkomen dat ze het waterpeil altijd maar verder verhogen. 

Voor zover ik weet hebben ze voor de vijver nooit een probleem opgeleverd – integendeel denk ik want de zomers zijn inderdaad veel te droog als gevolg van de opwarming van het klimaat en bovendien eten bevers geen vis  – maar blijkbaar houden enkele boeren in de omgeving niet van ze en tot mijn pijnlijke verbazing zijn al die installatie weggehaald en de dammen ook.

Aangezien bevers beschermde dieren zijn en de vallei valt onder de Europese regelgeving op natuurbehoud vind ik dat niet kunnen dus ik verwacht dat er een ferme oplossing wordt uitgewerkt in het voordeel van de bevers.

In het boekje ‘La Fabuleuse Histoire de l’Etang de Pécrot’ van de ASBL PECROT DEMAIN ENSEMBLE vind je helemaal op het einde twee hele mooie kaarten over wat toch een van de belangrijkste zaken in dit vis- en natuurverhaal is : het grotendeels ondergrondse systeem van de waterzuivering. 

Wat je er van ziet zijn aan de kant van Florival het grote zuiveringsstation en naast de brug over de Dijle een pompstation om het gezuiverde water aan de rivier terug te geven. Maar aan de kant van Pécrot staat er ook een onopvallend gebouwtje aan het begin van La Petite Marbaise en op de kaart zie je dat dit moet dienen om al het huishoudelijk afvalwater van de huizen rond de vijver met een persleiding op te pompen naar het stroomopwaarts gelegen zuiveringsstation.

Voor meer gegevens zou je terecht moeten kunnen op de website van de Société Publique de Gestion de l’Eau (SPGE) http://www.spge.be/fr/index.html?IDC=1. Maar ik vind daar niets over Gréz-Doiceau dus dat zal nog even moeten wachten.

Een van de vissers vertelde me dat het waterpeil van de vijver gevaar loopt door het stroomopwaarts oppompen (captage) van (drink)water maar daar heb ik nog geen bijzonderheden over gevonden.

Daarmee ben ik zo ongeveer rond met dit reeksje. Om het karakter van deze unieke vijver te handhaven is een maximale samenwerking tussen de vissers, de natuurliefhebbers en de gemeente nodig en ik neem aan dit hier ook wel goed verloopt.

Als buitenstaander waag ik me toch aan een paar ‘knelpunten’ die volgens mij gemakkelijk te verhelpen zijn.

Dat van de bevers heb ik al genoemd. Het tweede punt is het beheer over het unieke veldje van dotterbloemen (en andere voorjaarsbloeiers) op het moerasje aan de ingang. Iemand (?) heeft daar hout op gestapeld en een grote hoeveelheid maaisel op gestort. Daar kan dat veldje absoluut niet tegen en dat kan je ook zien. Dat zou dringend moeten worden weggehaald of een tiental meters verplaatst.

Het laatste knelpunt betreft de beschoeiing langs de oevers zoals die gemaakt is tijdens de werken vorig jaar. Het ziet er wel mooi recht uit maar zo’n ‘muur’ van loodrechte planken verhindert de migratie van amfibieën en zal zelfs moeilijkheden opleveren voor (jonge) watervogels denk ik. Hier en daar zullen er dus openingen (of zoiets) gemaakt moeten worden om de natuur een handje te helpen maar dat kan toch geen probleem zijn. Ik heb al vermeld dat men voor die versteviging in het verleden levende wilgentakken in de grond plaatste en dat ziet er toch veel natuurlijker uit (en biedt ook mogelijkheden voor schaduw).

Ik kom hier graag en uit de reacties te zien geldt dat ook voor anderen in onze streek. Dat leidt natuurlijk ook tot heel wat meer bezoekers dan in het verleden en vissers en natuurliefhebbers zijn het er kennelijk roerend over eens dat dit niet mag leiden tot het verstoren van de rust en de natuur. Op je mountainbike mag je in elk geval het gebied niet in zo te zien aan de grote borden die op veel plaatsen zijn opgehangen. Feestvierders zijn ook niet welkom met uitzondering van het traditionele jaarlijkse evenement van de visclub.

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

http://biodiversite.wallonie.be/fr/262-etang-de-pecrot.html?IDD=251659108&IDC=1881http://www.etangdepecrot.com/

+++

http://www.pecrot.be/1952-a-1985/

+++

+++

http://biodiversite.wallonie.be/fr/262-etang-de-pecrot.html?IDD=251659108&IDC=1881

+++

http://www.etangdepecrot.com/

+++

https://www.facebook.com/P%C3%A9crot-Demain-Ensemble-asbl-1801514173496967

Zie ook:

https://opstapinhetlandvandedijleendedemer.home.blog/2020/06/30/letang-de-pecrot-en-de-vallei-van-la-dyle-en-la-marbaise/  (nederlands)

+++

https://ernstguelcher.blogspot.com/2020/09/letang-de-pecrot-grez-doiceau.html (frans)

Trefwoorden : L’Etang de Pécrot, natuurbeheer, vis, brochet de la dyle, les amis du parc de la dyle, pécrot demain ensemble,

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s