OPPREBAIS – ZIJN KASSEIEN, MOLEN EN BURCHT

december 2020

Ernst Gülcher

contact: ernst.guelcher@telenet.be

Opprebais – steengroeve – rocky beach

Het Waals Brabantse dorpje Opprebais (in het Waals: Ôprèbay) is een deelgemeente van Incourt. Vanuit Hamme-Mille neem je de N91 (Chaussée de Namur) en dan vind je het wel een vijftiental kilometer verder aan de rechterkant nadat je al bordjes bent gepasseerd naar Piétrebais en Roux-Miroir, eveneens deel van Incourt. Gelegen aan de bovenloop van de Ruisseau d’Orbais is Opprebais een zeer vredig landelijk dorp met enkele bezienswaardigheden zoals een 17de -eeuwse kasteelhoeve met donjon, een windmolen van 1826 en een watertoren uit nog een eeuw later.

Maar zo landelijk is het niet altijd geweest want de echte bezienswaardigheid ontdek je onmiddellijk achter een prozaïsche Delhaize, wat saai-vriendelijke nieuwe huizen, een tennisclub en een klein cultureel centrum met de naam Espace Corlier gelegen aan een pleintje met de veelzeggende naam Chemin de la Carrière aux Pavés. Vanaf het gloednieuwe maison Espace Nature op het hoogste punt van het pleintje kijk je zowaar op een enorme watermassa met steile wanden die onmiddellijk doen denken aan de grote bergmeren in Zwitserland. Op het streng afgesloten hek staat dat de toegang – al dan niet om te zwemmen – verboden is. Enkele jaren gelden waren er in de omheining nog links en rechts gaten geknipt maar die zijn ondertussen zorgvuldig dicht gemaakt. Ook op andere plaatsen rond het meer kan je nergens tot aan of boven het water.

Opprebais – steengroeve – on the rocks

Deze voormalige steengroeve staat bekend als een van de beste plekken om in ons land deze watersport te beoefenen en de leden van de toegelaten duikersverenigingen zijn de enigen die er in clubverband nog in mogen behalve de mensen van de Société Wallonne des Eaux (de eigenaar) en de Vlaamse Watermaatschappij (de Watergroep had er een waterwinning maar die is al jaren geleden aan zijn Waalse tegenhanger overgedragen).

Tot in 1989 werd baden en zonnebaden hier gedoogd maar na een bijna-ongeluk kwam daar een einde aan.

Wat wij als nijvere mensen eeuwenlang achteloos uit de grond graven en hakken is een deel van onze geologische erfenis. Ooit, zo’n 500 miljoen jaar geleden tijdens het Cambrium was Opprebais net als de rest van ons land deel van een hooggebergte zoals we nu kennen in de Alpen. De bergen sleten weg door erosie en in latere jaren kwamen verschillende zeeën er lagen kalk (krijt), klei en zand over leggen.  Diep verborgen onder die latere afzettingen bleef een stenen vloer of sokkel over die we in Midden-België kennen als het ‘Massief van Brabant’. Op sommige plaatsen zoals in de bovenloop van de rivieren Dender, Zenne, Dijle en Demer komt die sokkel echter aan of bijna tot aan de oppervlakte.

De keiharde metersdikke kwartsietlagen (Dévilien-kwartsiet: ontstaan door herkristalisering van afgezette zandsteen) van Opprebais worden al ontgonnen sinds de middeleeuwen om het te gebruiken als bouwmateriaal en om wegen te verharden. In het dorp zelf kan je dat nog zien in de Donjon van de kasteelhoeve naast de kerk.

Opprebais – steengroeve-beach
Opprebais – steengroeve – groen op blauw

De grootschaliger uitbating begint in 1754 onder impuls van Keizerin Maria-Theresia van Oostenrijk, dan heerser over onze streken. In die tijd worden nieuwe grote wegen aangelegd zoals die tussen Namen en Leuven en daarvoor waren kasseien nodig.

Onder het Franse en Nederlandse bestuur vallen de activiteiten stil maar na de onafhankelijkheid in 1830 is er een opleving. De provincie Brabant geeft in die tijd belangrijke subsidies aan gemeenten die hun wegen willen bestraten met kasseien en dit zorgt voor een eerste echte industriële opstoot. De bijzonder harde steen uit Opprebais met zijn mooie rozige en groene kleur wordt vooral gebruikt bij de aanleg van de kasseibanen en in mindere mate bij de bouw (vooral voor de onderkant van gevels). Met de technologie van die tijd hebben de uitbaters vooral belangstelling voor de rotslagen aan de oppervlakte. Tot in de jaren 1870 zijn zij wettelijk verplicht om de uitgehakte putten weer dicht te maken. Sinds deze verplichting wegvalt laat de ontginning sporen na in het landschap, niet alleen in Opprebais maar ook in de nabijgelegen groeve van Dongelberg aan de overzijde van de Naamsesteenweg. Het moet nogal een lawaai geweest zijn want deze harde steen laat zich alleen met explosieven ontginnen. In 1894 en in de jaren daarna verschaft de steengroeve werk aan 50 arbeiders en beschikken de uitbaters over een exploitatie-monopolie.

Opprebais – van hier naar beneden duiken is tamelijk gevaarlijk

In het begin van de twintigste eeuw leggen de buurtspoorwegen een tramlijn aan die een aantal steen- en zandgroeves in de streek gaat bedienen zoals die Chaumont-Gistoux, Opprebais en Dongelberg. Tot 1951 houdt die tram het uit maar dan wordt de lijn gesloten omdat hij niet meer op kan tegen de vrachtwagens.

Tot aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog kent de steengroeve van Opprebais een enorme bloei waarbij het productiegamma van kasseien uitgebreid wordt naar plavuizen, breuksteen en steenslag. Maar na de oorlog is het mooie verhaal gedaan om redenen die voor mij nog niet duidelijk zijn. Was er geen vraag meer naar kasseien of kon men in Opprebais niet op tegen de binnen- en buitenlandse concurrentie? Tussen 1920 en 1930 is de groeve gesloten en tegen 1935 staat hij vol water. Als je op de kaart kijkt zal je zien dat de groeve een tiental meters lager ligt dan het riviertje Le Ruisseau d’Orbais  die vanuit het zuiden in een grote boog aan de westkant vlak om de groeve heen gaat en er ook mee verbonden is. De Orbais komt een eindje verder naar het noorden bij Dongelberg uit op La Grande Gette (in feite is het daarvan de bovenloop).

Opprebais – steengroeve – zicht op de waterwinning

Volgens een onbevestigd verhaal hebben de Duitse bezetters in beide wereldoorlogen de steengroeve benut om er hun materialen uit te halen. In 1958 is er blijkbaar opnieuw grote vraag naar kasseien want de ontginning herbegint en de streek beleeft een tiental jaren een economische heropbloei waarbij de oude primitieve tram van vroeger als transportmiddel uiteraard veruit wordt overtroffen door de dieselmotoren van de moderne vrachtwagen.

In 1975 valt het doek definitief. Met de opkomst van het asfalt (en later het beton) om de wegen te verharden raakt de kassei-winning in verval. De waterpompen worden stilgelegd, de steengroeve wordt stilgelegd en de gigantische put vult zich opnieuw met water tot het huidige meer. De oude tramsporen zitten nu 20 meter diep onder het wateroppervlak.  Terwijl moeizame toekomst-onderhandelingen beginnen tussen de verschillende overheden over de herbestemming van de site en wie dat zal betalen, de duikclubs zich in de handen wrijven en de zonnebaders en zwemmers toestromen, begint de Vlaamse Watermaatschappij in 1976 met een waterwinning in de groeve.

In juni 1978 treedt de wet ‘relative à la rénovation des sites wallons d’activité economie désaffectés’ in werking en op grond daarvan komt de gemeente Incourt onder druk te staan om de groeve op te kopen, te saneren en te herbestemmen samen met en gesubsidieerd door de ‘Fondation rurale de Wallonie (FRW)’.

Opprebais – steengroeve – een eindeloze watervlakte

Dat gekibbel raakt in een impasse door de vereiste torenhoge investeringen en de enorme verantwoordelijkheden maar – opmerkelijk – ook doordat de lokale bevolking zich verzet tegen plannen om heel de groeve en omgeving om te bouwen tot een grootschalige toeristische attractie om geld in het laatje te brengen.

Een (bijna)-duikongeluk in 1989 zet de toekomst op de rails: een stevige afrastering houdt voortaan alle zwemmers en zonnebaders uit het water dat eigendom blijft van de Watermaatschappij (Waals en Vlaams). De gemeente Incourt koopt de site rond de groeve in 1990 en schrijft een wedstrijd uit tussen architecten om voor de dag te komen met haalbare en duurzame projecten. Het resultaat mag er zijn en er is duidelijk rekening gehouden met de plaatselijke bevolking. Aan de ingang aan de Chemin de la Carrière aux Pavés staan sinds het jaar 2000 rond een gezellig pleintje 22 sociale woningen voor alle generaties, het ‘maison de village L’Espace Corlier’ met vrijetijdsruimtes en een ‘maison nature’ met een (bijna) echte windmolen, een bloementuin en een bijenhotel. Via een wandel- en ontdekkingspad met kunstvoorwerpen (Rue des Fossés) komen de bewoners rechtstreeks naar een plaatselijk warenhuis. Een groot deel van de oppervlakte wordt ingenomen door een sportterrein.

Het pad om de steengroeve van Opprebais is sinds 2013 hier en daar versierd met kunstwerken. De beek is mooi, je komt er wat joggers en wandelaars tegen, meestal men hun honden maar ik blijf zitten met de vraag waarom je het water van het meer zelfs helemaal niet mag zien.

Opprebais – steengroeve – duikersplatform

Datzelfde geldt trouwens voor de steengroeven van Dongelberg aan de overkant van de Chaussée de Namur. Overal staan bomen, schuttingen en afrastering (met verbodsborden), er is geen enkele uitkijkplek voorzien en op het einde moet je toch weer een stuk langs de asfaltweg. Het lijkt wel een militaire terrein met al die afrastering. Dat maakt op stap gaan in deze streek een stuk minder interessant in mijn ogen dus wellicht kan de toeristische dienst van Incourt daar ook eens wat aandacht aan besteden, ook al omdat de plaatselijke bossen op dit grote agro-industriële landbouwplateau eveneens afgesloten zijn dus wat is er dan nog te zien of te doen voor de natuurliefhebber?

Zoals al eerder opgemerkt stroomt de beek stroomt vanuit het zuiden langs de bovenkant van de groeve en op de topografische kaart (NGI Jodoigne-Orp-Jauche 40 3/4) zie je ook nog een heel aantal bronnen en vijvers. Op het terrein zie je die in de winter wel tussen de bomen schemeren. De beek heeft hier op enkele honderden meters een verval van een 20tal meter en langs het pad kan je dat goed zien. Bij een waterval staat in het latijn een leuze op een stenen muurtje aan een stuwmeertje (een goed begin is het halve werk). Als je kijkt op de Villaretkaart van 1745 (en latere kaarten) zie je dat hier juist ten noorden van de vijvers de plek is waar al voor de 17de eeuw de watermolen stond van de heerlijkheid Opprebais, aangeduid als ‘Cense de Moulin’. Die is in 1834 nog eigendom van Hertog Louis Prosper van Arenberg (!) en staat in 1909 nog vermeld met de ‘SA Carrière de Quartzite d’Opprebais’ als eigenaar. In 1920 stopt de molen maar de vijvers die de molen zijn watervoorraad moesten garanderen zijn er nog.

Opprebais – langs de Ruisseau d’Orbais – stond hier de voormalige (verdwenen) watermolen?

In de 19de eeuw bezit Opprebais nog vier molens waarvan twee worden aangedreven met water en de andere twee met wind. De ‘Moulin Gustot’, oorspronkelijk gebouwd in 1827 door een zekere Rosy met houten wieken op een stenen onderbouw, is de enige overlevende. In 1850 is hij helemaal vernieuwd door de broers en molenaars Gustot en werkt dan onafgebroken tot in 1927. In 1960 koopt een liefhebber de ruïne op om hem te restaureren. In 1991 is het geheel opnieuw aan herstelling toe en dat wordt de taak van de gemeente Incourt die de molen aankoopt in het kader van een programma van plattelandsontwikkeling. In 2012 rukt een storm een van de wieken af. 15 maanden later is deze schade hersteld waarbij het hout van de wieken plaats maakt voor gegalvaniseerd staal. Jammer genoeg is de restauratie niet volledig want om te kunnen draaien zijn er nog werken nodig.

Opprebais – Moulin Gustot
Opprebais – de kasteelhoeve

Sinds begin 2014 is de molen beschermd als monument vanwege zijn symbolische waarde voor de streek (la Hesbaye brabançonne). De eveneens als monument geklasseerde kasteelhoeve naast de kerk is in 1440 een vooruitgeschoven fort van de Hertog van Brabant in de heerlijkheid (seigneurie) Opprebais maar als burcht van ridder Henri bestaat hij al vanaf 1245. In 1660 wordt hij de eigendom van het Huis van Arenberg. Op de ruïne van de eigenlijke burcht wordt in de 17de eeuw de hoeve gebouwd die je vandaag nog in zijn oorspronkelijke staat ziet (nu een privéwoning). Van de burcht staat alleen de Donjon staat nog ferm overeind maar die is dan ook gebouwd met stenen uit de plaatselijke steengroeve.

Opprebais – kaart OSM

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

https://www.routeyou.com/fr-be/location/view/47927066/site-des-vieilles-carrieres-d-opprebais

+++

http://www.torpedo.be/opprebais/oude_doos/

+++

Duiken in België – Opprebais

www.duiken-in-belgie.com/Duiklokatie.php?id=24

+++

www.molenechos.org/verdwenen/molen.php?nummer=6466

+++

http://www.molenechos.org/molen.php?nummer=292

www.chawavre.org/datas/20130203.pdf

+++

http://lampspw.wallonie.be/dgo4/site_ipic/index.php/pdf/fiche/25043-INV-0026-02

+++

https://fr.wikipedia.org/wiki/Ch%C3%A2teau-ferme_d%27Opprebais

Opprebais – de steengroeve verledne en heden

Trefwoorden: Opprebais, Orbais, steengroeve, moulin Gustot, kasteelhoeve, geschiedenis, erfgoed,

Advertentie

Een gedachte over “OPPREBAIS – ZIJN KASSEIEN, MOLEN EN BURCHT

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s