HERFST IN DE ZUIDRAND VAN HET MEERDAALWOUD

Meerdaalwoud – bosreservaat Everzwijnbad – bemoste bomen

Wie op zoek is naar een oud en structuurrijk bos met een overvloed van afwisseling en een uitbundige flora en fauna kan zelfs in overvolgebouwd Vlaanderen nog terecht in het Meerdaalwoud. Dankzij het eeuwenlange strenge gezag van de hertogen Van Arenberg is het boscomplex gespaard gebleven van verkaveling en verwaarlozing en hoewel de opvattingen over het bosbeheer nogal de neiging hebben om iedere generatie te veranderen denk ik toch dat er delen van het bos zijn waar de tijd een beetje lijkt stil te staan en de bomen de kans krijgen om tot woudreuzen uit te groeien.

Op deze verkenning neem ik je mee naar het wat wilder zuid-westelijke gedeelte van het woud dat op de historische kaarten en op die van de boswachters staat vermeld als de ‘Omheining van de Ackerman’, de ‘Omheining van de Karmelieten’ en de ‘Omheining van het Everzwijnbad’. Op weg komen we ook nog het domein van Savenel tegen, de Paddenpoel en de Herculesdreef.

Op de wandelkaarten staan die ‘omheiningen’ jammer genoeg niet aangegeven maar het hele woud is opgedeeld in bosbeheerpercelen met soms de meest merkwaardige namen. Je vindt ze allemaal (in het Frans) op historische kaarten in het boek ‘Miradal’ van 2007 en hoewel ze soms een verklaarbare bosbetekenis lijken te hebben is dat in evenzovele gevallen niet het geval.

Meerdaalwoud – omheining van de Ackerman – juist een beetje mysterieuzer

De Omheining van de Ackerman is een deel van het bos dat pas laat aan de eigendommen van de Hertog van Arenberg is toegevoegd. Wie meneer Ackerman was weet ik nog niet maar hij woonde hoogstwaarschijnlijk in het dorp Nethen dat juist aan de oostkant van het Meerdaalwoud ligt. Zijn deel van het bos grenst aan het domein van Savenel dat nooit eigendom van de Hertog van Arenberg geweest is. Het grenst aan de ommuurde site van het vroegere karmelietenklooster en is vandaag de dag de eigendom van een deftige familie die het grote kasteel bewoont dat er in de 19de eeuw gezet is. Dat kasteel is vanaf het pad niet te zien en het domein is niet toegankelijk.

Neem de kaart (bij de fotoreeks in dit album) er even bij en dan zie je het beginpunt van deze verkenningstocht op de hoek van de muur waar het kasseibaantje Chemin de Savenel kruist met de Rue de la Forêt, de zandweg die je langs de muur volgt langs een woning en de brug over het riviertje La Néthen en de achterpoort van het kasteeldomein. Hier ben je in Wallonië en meestal is het heel stil en kom je alleen vriendelijke mensen uit het dorp tegen of ruiters van de plaatselijke manege. Tijdens het jachtseizoen kan het ook gebeuren dat je begroet wordt met luide knallen en hees gebrul van echte mannen die hun geliefde jachtsport passioneel beoefenen. Als je dat hoort zoek je beter even een andere verkenningsplek uit denk ik.

Nethen – langs de muur van Savenel – de achterpoort in ‘Engelse’ stijl

Het zuid-westelijk deel van het Meerdaalwoud boven het dorp Nethen (Grez-Doiceau) staat in het Bosbeheerplan van 2007 vermeld als deel uitmakend van het ‘derde kwadrant’ van het boscomplex ofwel het deel van het bos ten zuiden van de Weertsedreef. In natuuropzicht is het zo ongeveer het meest waardenvolle deel van het bos met oude hoog loofhoutbestanden op een bosbodem die door de specialisten gedefinieerd wordt als een ‘eiken-haagbeukenbos’.

In Ecopedia (en andere bronnen) lees ik dat zo’n soort bos voorkomt “op (matig) voedselrijke leem- en zandleemgronden. Deze bossen met een rijke kruidlaag komen voor op valleibodems grenzend aan beekbegeleidende bostypes, maar ook op hellingen en plateaus met een hangwatertafel. De vochttoestand kan sterk wisselen gedurende het jaar en varieert van vochtig tot vrij droog”.

Op verkenning op de glibberige paden in de vallei van de ‘omheining van de Ackerman’ en de daarnaast gelegen (aan de overkant van de Nethensebaan) plateauhelling van de ‘Omheining van de Karmelieten’ kan je daarbij al iets voorstellen denk ik, zeker als je weet dat de struiken van hulst die je hier overal ziet, horen bij dit soort bostype en dus niet van ergens vanuit een in de buurt gelegen kasteeldomein zijn overgewaaid.

Meerdaalwoud – kant Savenel en Paddenpoel – Spechtinktzwammen op een rijtje

Nog volgens Ecopedia bestaat de boomlaag ‘voornamelijk uit zomereik, es, esdoorn, zoete kers en haagbeuk’ en kan ‘de kruidlaag zeer soortenrijk zijn en gekenmerkt door een uitbundige voorjaarsbloei … de meeste soorten in de kruidlaag zijn indicatief voor bossen met een lange boscontstantie, en worden dan ook vaak aangeduid met de term ‘oud-bosplanten’”.

In de herfst zie je jammer genoeg vooral bramen maar je ziet ook een enorme rijkdom aan zwammen want de schimmels van veel soorten paddenstoelen hebben vele jaren en dus een ‘oud’ bos nodig om voluit tot ontwikkeling te komen. Mossen kunnen in zo’n bos ook tot volle ontwikkeling komen. Voor de voorjaarsbloeiers (zoals bosanemonen) moet je in het voorjaar terugkomen.

Wat betreft de bomen zie je toch vooral beuken (haagbeuken zijn géén beuken) en dat komt omdat de vorige generaties bosuitbaters zich op deze plek vooral op die boomsoort hebben toegelegd. Beuken groeien uit tot magnifieke monumentale bomen. Ze wortelen oppervlakkig en vallen dus ook gemakkelijk om. Vanwege hun zachte hout is dat ecologisch aantrekkelijk (trekt spechten en insecten aan en nog van alles wat goed is voor de natuur). Beuken hebben als nadeel dat ze met hun zwaar bladerdek de opgroei van andere boomsoorten belemmeren, de grond nogal verzuren en ook de groei en bloei van planten belemmeren. Waar beuken staan en donkerte veroorzaken, verdwijnen op de duur zelfs de bosanemonen.

Meerdaalwoud – een boom is een levend wezen

Volwassen eiken staan er volgens mij niet heel veel maar als je op de grond kijkt zie je die wel op veel plaatsen de kop opsteken. Haagbeuken zie ik hier en daar en die herken je aan hun grillige vorm.

Uit het beheerplan begrijp ik dat op langere termijn de bosbeheerders proberen om de beuken door andere bomen te vervangen maar dat ze het monumentale karakter van de huidige generatie beuken willen respecteren en ik vind dat ze tot nog toe daar wel goed in slagen want ik zie hier nergens van die kaalslagplekken zoals in andere delen van het woud.

Meerdaalwoud – hulst – kenmerkende soort in een Eiken-Haagbeukenbos

Herfst in het Meerdaalwoud. Om daarvan ten volle te genieten is de zuidkant van dit grote bos mijn ideale plek. Op de grens tussen Vlaanderen en Wallonië groeien de bomen nog uit tot monumentale omvang, ziet de natuur er een stuk ‘natuurlijker’ uit (lees: minder opgeruimd en geordend en ook niet van die kunstmatige open plekken) dan in andere delen van het woud en zijn de paden steiler, modderiger en kronkeliger als je een beetje wegblijft van de grote historische hertogelijke dreven die er ook zijn. De Omheining van de Ackerman en die van de Karmelieten liggen juist ten zuiden van de Walendreef en worden van elkaar gescheiden door de Nethensebaan.

Je bevindt je hier op de rand van het plateau boven de vallei van La Néthen en op de hellingen kom je hier en daar nog mysterieuze en bijna onzichtbare getuigen tegen van een wispelturig verleden waarbij de Hertog van Arenberg het aan de stok had met de dorpelingen en boeren van Nethen.

herculessalon – voorwereldlijk houtmonster, heeft wel iets weg van een everzwijn

Het zal je niet verbazen dat die conflicten nogal eens gingen over de everzwijnen van de hertog die zich vanuit het bos op de velden van de boeren gingen bevoorraden. Maar het kon ook gaan om de koeien, schapen of varkens van diezelfde boeren die in het bos de jonge boompjes probeerden af te grazen of om de boeren die met hun familie in het bos op zoek gingen naar brandhout, bessen, eikels, paddenstoelen en andere zaken om hun armoedig bestaan op te vrolijken tegen de verboden in.

Vlak ten zuiden van de Walendreef vind je nog de resten van een wal die vanaf de hoek in de muur van Savenel de helling volgt tot aan de dreef. Met een beetje goede wil kan je die wal in de winter nog wel volgen. Op oude kadasterkaarten staat een ‘palissade’ ingetekend die in het begin van de 19de eeuw dwars door het bos vanaf de Hertebron in Sint-Joris Weert via Savenel tot aan de Naamsesteenweg door de Hertog van Arenberg werd opgericht om de Nethenaars uit zijn bos te houden en herten en everzwijnen er binnen op te sluiten. Het hielp allemaal niets en van die palissade is  nauwelijks nog iets te zien.

 Er zijn veel paden en met een goede kaart en een beetje richtinggevoel zijn er allerlei verkenningsmogelijkheden. Dit deel van het bos is ook een bron van stilte omdat het heuvelachtig is waardoor je afgeschermd bent van gillende sirenes, het geronk van auto’s, treinen en (tegenwoordig nogal dikwijls) motorfietsen. De vliegtuigen kan je niet ontwijken maar ik denk niet dat dit nog ergens in onze streken mogelijk is.

Nethen – langs de muur van Savenel

De meeste bezoekers van de muur in Savenel ten zuid-westen van het Meerdaalwoud in het dorpje Nethen (Grez-Doiceau) volgen de muur gewoon totdat ze weer terug zijn op het punt van vertrek. Dat is een heel mooie wandeling, zo ongeveer 5 km lang maar wel met een en ander aan flinke stijging en daling. Op deze tocht ga ik echter met behulp van de kaart vanuit de Rue de la Forêt (bosweg vanaf de Chemin de Savenel) langs de muur en dan op de hoek niet rechtsaf maar rechtdoor. je staat tussen mooie beuken onderaan de helling van een tamelijk smalle vallei met steile randen aan beide kanten en je steekt dan na een fikse klim opnieuw de taalgrens over. Het pad is vrij modderig, zeker in de herfst na al die regen. Lang geleden zou je hier door de beek gewandeld hebben die van boven uit het woud zijn weg zocht naar la Ruisseau de la Néthen.

Aan de linkerkant gaan er enkele paden richting Herculessalon en Walendreef. Aan de rechterkant zijn er een paar niet-officiële fietspistes en enkele merkwaardige oude holle wegen maar een echt pad komt er pas een heel eind verder en hoger op een kruising met een steil pas naar links en een al even steil pad naar rechts. Links gaat naar de Walendreef en de geheimzinnige jachtwal en rechts gaat naar de Nethensebaan met de al even mysterieuze kleine zandgroeve.

Meerdaalwoud – Omheining van de Karmelieten – Beuk neemt een bosbad

Om je heen staan majestueuze beukenbomen die hier volgens mij al meer dan honderd jaar geleden geplant zijn. Hier en daar zijn er exemplaren geveld maar er liggen en staan ook een aantal heel dode exemplaren vol met gaten, paddenstoelen en met mos overdekt.

Vanuit het bos bereik je de achterkant (bovenkant) van de muur van Savenel vanuit het bosperceel de ‘Omheining van de Karmelieten’ en daar kom je zelfs aan een achterpoortje maar daar mag je niet onderdoor want het domein is privébezit.

Die karmelieten zijn er al niet meer sinds de Franse revolutie. De Rooms-Katholieke bedelorde van de Karmelieten kent haar oorsprong op de berg Karmel in de 12de eeuw en onderscheidt zich volgens Wikipedia net zoals de franciscanen, dominicanen en augustijnen van de andere kloosterorden doordat ze in plaats van de individuele armoede juist de collectieve armoede belijdt.

Meerdaalwoud – Omheining van de Karmelieten – Parasolzwam in het beukenzonnetje

Voor hun onderhoud zijn ze afhankelijk van eigen arbeid en aalmoezen. Karakteristiek voor deze orde is het belang dat de leden – en zeker van de vleugel van de ‘ongeschoeide karmelieten’ – hechten aan afzondering in stilte en gebed en om die reden trekken ze zich terug in zogenoemde ‘heilige woestijnen’.

In Nethen vestigen ze zich in 1689 op het huidige domein dat in die tijd nog een ‘château de plaisance is’. Om hun afzondering te benadrukken bouwt het kleine groepje van kloosterlingen de vandaag nog bestaande 5 kilometer lange muur rond hun domein. Pikant detail is dat met die muur de aloude openbare bosweg tussen Nethen en Leuven (de huidige Nethensebaan) wordt afgesloten zodat de dorpelingen ondanks felle protesten vanaf dan flink moeten omlopen om naar de markt te gaan. Om die reden zijn de karmelieten in het dorp nooit erg populair geworden en iets daarvan is tot op de dag van vandaag blijven hangen.

Ik denk dat er maar één manier is om die stille ontevredenheid uit de wereld te helpen: de huidige kasteelheer zou één van de dreven tussen één van de achter- of zijpoorten en de voorpoort aan de Chemin de Savenel opnieuw voor het voetgangerspubliek toegankelijk kunnen maken zodat je nergens op de drukke asfaltweg moet stappen om vanuit het bos in het dorp te komen.

Meerdaalwoud – Omheining van de Karmelieten – let op dat middelste paddenstoeltje …

Tot die tijd dwaal je als bosbezoeker dan maar ombekommerd rond in de helemaal niet afgesloten ‘Omheining van de Karmelieten’ en als je vroeg genoeg op de dag bent kan je hier wel reeën en everzwijnen tegenkomen. Uit het bosbeheerplan voor het Meerdaalwoud van 2007 begrijp ik dat de  zware beukenbestanden in dit deel van het bos nog wel een tijdje mogen blijven staan maar niet eeuwig meer.

Ten noord-westen van de kruising tussen Walendreef en Nethensebaan kom je in het bosdeel Everzwijnbad. Op een kaartje van 1897 afgedrukt in het boek Miradal (p.133) staat de ‘Enceinte du Bain du Sanglier’ ingetekend ten westen van de Paddenpoel. Meer dan een historische bos-architecturale verbeelding moet je daar niet achter zoeken hoewel ik in het bosbeheerplan over het Meerdaalwoud van 2007 lees dat er ooit wel vijverachtige plekken geweest moeten zijn maar nu niet meer. Maar misschien waren die er wel vooral op de plek waar nu vijvers van de Paddenpoel zijn want die zijn natuurlijk zeer aantrekkelijk voor everzwijnfamilies om in te baden (en in het verleden ook voor mensen maar dat is al even geleden).

Het bosreservaat Everzwijnbad in het Meerdaalwoud ligt zowat tussen scoutscentrum De Kluis en de Romeinse grafheuvels aan de Nethensebaan.

Meerdaalwoud – aan de ingang van het bosreservaat Everzwijnbad

Om precies te zijn: op de boswandelkaart vind je het met donkergroen aangegeven tussen de Jamaicadreef en de Kleine Dreef. Verwar het maar niet met het Speelbos Everzwijnbad vlak naast de onthaalzone De Speelberg aan de Weertsedreef want dat is voor heel andere varkentjes en daar vertel ik ook nog iets over.

Heel groot is het reservaat niet, ongeveer 27,5 ha maar het is ecologisch zeer waardenvol als een oud zomereikenbos (tot 200 jaar) waar al decennia lang niet veel meer werd veranderd en dat midden in het bos goed gebufferd ligt met ook weinig wandelmogelijkheden. Sinds het midden van de jaren negentig uit de vorige eeuw heerst hier – na het kappen van alle Amerikaanse eiken en het verwijderen van de Amerikaanse vogelkers – dus officieel een beheer van ‘nietsdoen’ en sinds die tijd is de hoeveelheid zwaar staand en liggend dood hout fors toegenomen en daarmee ook de hoeveelheid en variatie van mossen, zwammen, kevers en andere insecten en vogels.

Meerdaalwoud – Nethensebaan – Grafheuvels en Tiense Groef

Je kan zien dat er vroeger wel wat paden door het reservaat gingen en er zijn duidelijk sporen van holle wegen te zien. Ter hoogte van de Romeinse Grafheuvels aan de Nethensebaan zie je zelfs een heel klein stukje van de vroegere Romeinse weg de ‘Tiense Groef’. Om de rust in het reservaat te bewaren is bijna alles ontoegankelijk gemaakt maar gelukkig is er één smal pad overgebleven. Anders dan op al de brede dreven op andere plaatsen in het woud zijn de bosbeheerders niet aansprakelijk als er op dat mooie maar enige overgebleven wandelpad een tak op je hoofd valt dus een beetje avontuurlijk is het wel. Kortom, het is een van die plaatsen in het woud waar ik heel erg graag kom.

Meerdaalwoud – Speelbos Everzwijnbad – de staphouten

Via de Paddenpoel (zie hierna) schuif ik even op richting onthaalzone Speelberg ten noord(oost)en van de vijvers want daar kom je het Speelbos Everzwijnbad tegen, een beetje verborgen rechts van de Herculesdreef. Sinds het jaar 2000 hebben kinderen vanaf 4 jaar tot aan het einde van de lagere schoolleeftijd volop de kans om zich op een bosrijke manier uit te leven in een speelzone van 17 hectare beukenbos met alle mogelijke fantasierijke toestellen zoals een reuzenmikado, puzzelbomen, klimpalen, een draak, een houten slang van dertig meter lang, klimtouwen, een klimbrug over een holle weg en nog van alles.

Wie naast ravotten ook wat wil bijleren kan een wandelparcours volgen met een tiental speelelementen met een weetje, een vraag en antwoord over iets dat bij het bos hoort en een bosspel dat je op die plek kan spelen. In de folders en op het internet wordt er veel reklame voor gemaakt en daaruit begrijp ik dat vooral in de vakanties het er wel druk kan zijn en de reacties zijn bijna altijd positief. Voor de wat grotere groepen van het er vlakbij gelegen scoutscentrum De Kluis is het blijkbaar wat minder geschikt en hier en daar wordt ook geklaagd over dingen die kapot zijn.

Meerdaalwoud – Speelbos Everzwijnbad – Tiense groef met hangbrug

Maar op de foto’s die ik er af en toe kom nemen zie ik toch dat al dat houtwerk over de jaren heen nog wel goed en veilig in stand gehouden wordt wat midden in zo’n vochtige bosnatuur en met een niet altijd zachtzinnig passerend volkje een hele opgave moet zijn.

Gezien het feit dat de ‘griezelige hangbrug’ dwars over de holle voormalige Romeinse weg de ‘Tiense Groef’ gespannen is pleit ik er wel voor om naast alle aandacht voor de natuur hier ook een beetje aandacht te besteden aan het overgeleverd boserfgoed dat we toch ook in stand moeten zien te houden. Ere wie ere toekomt: dit speelbos staat hier als vrucht van de inspiratie, energie en hardnekkig volhouden van boswachter Hugo Nackaerts en dat mag ook wel eens geschreven worden vind ik.

Paddenpoel – koud is het water in de vroege morgen

De Paddenpoel zien in het Meerdaalwoud en dan sterven! Zo nostalgisch hoeft het nu ook weer niet maar geef toe dat dit meertje verborgen in het bos boven Sint Joris Weert wel iets heeft dat je aan het veel bekendere Zoet Water niet meer zal vinden. Je komt er het gemakkelijkst vanaf scoutscentrum De Kluis maar in deze bijdrage is het een deel van de luswandeling vanaf het ommuurde domein van Savenel in Nethen (zie de kaart op de foto in het album).

Wat thans oneerbiedig de Paddenpoel wordt genoemd was nog in de 18de eeuw een sliert van kunstig aangelegde hertogelijke vijvers, uitgegraven voor de visvangst en van elkaar gescheiden met dammetjes waarop notelaars stonden waarvan de geschiedenis zou kunnen teruggaan tot in de Romeinse tijd. In de tijd van de hertogen was De Kluis een boswachterswoning met de naam ‘la Retraite’ maar de bron was er toen ook al. Twee van die vijvers zijn er nog en de plaats van de anderen kun je nog wel zien als je goed kijkt.

Meerdaalwoud – Paddenpoel – waren dit ooit notelaars?

Ik pleit er voor dat die notelaars opnieuw worden geplant en ik denk dat het ook wel nodig wordt dat het bosbeheer aandacht schenkt aan het behoud van de vijvers. Door de droogte en waarschijnlijk ook door lekken in de scheidingsdammen staat er soms nauwelijks water in.

Het water wordt aangevoerd uit verschillende bronnetjes op de helling van het valleitje, onder meer door de Kluisbron, maar de hoofdbron verbergt zich een beetje verder noordoostwaarts richting Weertsedreef. Je zou het niet zeggen maar die bron heeft het properste water dat je in Vlaanderen nog kan vinden en dat komt uiteraard doordat er geen landbouw boven zit en ook het dorp Oud-Heverlee zich lager in het dal bevindt. Als je dat water wil drinken moet je de Paddenpoel stroomafwaarts volgen langs het Denteneerpad tot bijna aan de monding met de Ruisseau de la Néthen aan de rand van het bos waar je de Hertebron aantreft.

de bosprotter aan de Herculesdreef – Ad Wouters

Merkwaardig genoeg tref ik aan de vijvers behalve padden en kikkers eigenlijk nooit bijzondere dieren aan en lijkt het water exclusief bewoond te zijn door een koppel (soms familie) eigenzinnige wilde eenden. Onder dat stille watervlak verbergt zich misschien wel een geheimzinnige legende die ik nog eens moet leren kennen tenzij het verband houdt met de nimf van de Kluisbron die ooit het gevloek van de scouts afstrafte door de daders in padden te veranderen. In de modder rond de vijver tref je natuurlijk wel sporen aan van everzwijnen en reeën. Wie op zoek is naar veel soorten paddenstoelen kan goed terecht in deze omgeving maar probeer er maar niet van te eten want dat zou kunnen tegenvallen zo te zien.

Of de appeltjes in het Meerdaalwoud echt eetbaar zijn betwijfel ik een beetje maar dankzij de hertogen die vroeger heel het woud in hun exclusief beheer hadden, staan er al een paar eeuwen een paar wilde appelbomen aan de Paddenpoel en als je ze weet te vinden ook nog enkele mispels. In het boek Miradal en ook op mijn webblog kan je lezen dat deze fruitbomen in die tijd behoorden tot de meest beschermde bomen van het woud en wie zijn of haar tanden in de vruchten zou willen zetten of het hout voor de kachel sprokkelen, zwaardere straffen riskeerde dan met het omhakken van een volwassen eikenboom.

Meerdaalwoud – wilde appeltjes aan de Paddenpoel – maar naar de boom zal je moeten zoeken

Waar die fruitbomen vandaan komen weet blijkbaar eigenlijk niemand blijkbaar erg zeker. Het kan zijn dat de Romeinen ze voor het eerst hebben aangeplant of dat ze gewoon bij dit soort bos horen vanaf het vroegste verleden. In het Meerdaalwoud – en alléén daar in heel Brabant – kan je ze vinden op plekken waar het nat is en de bodem lekker voedselrijk. Vroeger, dat wil zeggen in de tijd van het hakhoutbeheer, deden ze het beter dan nu omdat al dat hoge loofhout hen van het licht berooft maar ze zijn taai en overleven toch wel.

Op sommige plekken letten de boswachters er ook op en worden ze ook wel wat opengehouden. Ondertussen staan er in het woud ook nog veel wilde kerselaars maar aan de kersen kan je nooit tenzij je kan vliegen. Op de paadjes op de hellingen rond de paddenpoel is het nu wondermooi want de bladeren aan de bomen en op de grond kleuren goudgeel en het mos en de paddenstoelen zijn op hun mooist.

Meerdaalwoud – Herculesdreef – Ad Wouters

Over de Herculesdreef in het Meerdaalwoud schrijft vast iemand nog wel eens een boek want dat verdient hij wel vind ik. In deze bijdrage beperk ik me tot de beeldhouwwerken van hout-kunstenaar Ad Wouters en enkele andere foto’s van spontane ‘houtkunst’. Ik moet nog eens aan Ad vragen waarom hij zijn Bosprotter zo’n sombere uitdrukking heeft gegeven. Maar misschien is het omdat er geen bosprotterin in de buurt is behalve dan de nimf van de Paddenpoel maar daar kan hij niet naar toe.

Voor zover ik kan zien op het internet is een bosprotter een eerder vrolijke bosgeest met een stormachtige aanleg en de inspiratie achter een ferme soort tripel gebrouwen door ’t Hofbrouwerijke in Beerzel. Ik vind ook een al wat oudere foto van een vrolijke bende sportieve bosprotters (mannen én vrouwen én kinderen) die er werk van maken om in de bossen rond te trekken en te kamperen en er zo ver weg als mogelijk van auto en ander comfort van de natuur te genieten.

inktzwammen op het Herculessalon – Ad Wouters

De bosprotter staat al sinds 2000 op zijn sokkel als het eerste beeld dat Ad op vraag van de boswachters in het bos tentoonstelde maar omdat hij gemaakt is van sterk eikenhout denk ik dat hij het nog wel even uithoudt. Datzelfde geldt voor het groepje geschubde inktzwammen die je helling op richting Nethen tegenkomt op het Herculessalon. Die staan er sinds 2007 en als je Ad vraagt waarom hij voor deze soort paddenstoelen heeft gekozen lacht hij fijntjes en maakt je er op attent dat dit de zowat enige soort zwammen is die je uit een boom kan snijden (maar geef toe dat het ook zou kunnen met een echte stinkzwam).

Hoeveel beelden van Ad er op dit ogenblik in het bos staan weet ik eigenlijk niet. Je vindt er een heel aantal op het ‘Pad van Ad’ maar die (fiets)route is al wat ouder en er zijn er sindsdien nog heel wat bijgekomen. Misschien is er iemand die ze eens wil tellen en er een fotoalbum van maken? Wie de andere beelden gemaakt heeft of hebben aan de Herculesdreef weet ik niet maar ik denk wel dat Hugo Nackaerts er meer over weet.

Hiermee rond ik deze verkenningstocht af. Om het stappen te vergemakkelijken heb ik er een route bij gedaan. Binnenkort komen er nog andere verkenningstochten in dit boscomplex bij, beloofd.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Miradal, Erfgoed in Heverleebos en Meerdaalwoud – Davidsfonds/Leuven 2009

(nog verkrijgbaar bij de Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud)

Klik om toegang te krijgen tot beheerplan_heverleebos_meerdaalwoud.pdf

https://www.ecopedia.be/bwk/bwk-eiken-haagbeukenbos-qa

Meerdaalwoud – omheining van de Ackerman – de ark van Noach moet je hier zoeken

Robert Van den Haute – Néthen, le “Saint Désert’’ de Savenel – histoire du domaine des orgines à nos jours ; Wavrensia, Cercle Historique et Archéologique de Wavre et de la Région, 1985

Zie ook: http://ernstguelcher.blogspot.be/ met trefwoorden miradal, erfgoed, meerdaalwoud, paddenpoel, savenel, everzwijnbad

http://ernstguelcher.blogspot.com/2013/05/wilde-appels-en-mispels.html

https://bosrevue.bosplus.be/l/library/download/urn:uuid:366ea1ca-d93e-4033-afb0-08f6d56f42a4/bosrevue_22_de_appeltjes_van_het_meerdaalwoud.pdf?fbclid=IwAR1EonnbThn7pH0JkODVJe-_cQw0ruwwUWWNffBebXOqtetyjVUyDWqxsEk

[PDF]Bosreservaat Everzwijnbad – Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

Klik om toegang te krijgen tot 166464.pdf

https://www.natuurenbos.be/meerdaalwoud-en-heverleebos

https://docplayer.nl/25366332-Reportage-speelzone-everzwijnbad-leuven.html

https://www.uitmetvlieg.be/agenda/e/speelbos-everzwijnbad/bf1c228b-11dc-448f-84e5-0d80ad1f6a9b

Meerdaalwoud – de omheining van de Ackerman – trek best je botten aan

over inktzwammen op het herculessalon

https://www.toerismevlaamsbrabant.be/producten/wandelen/het-pad-van-ad/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Ad_Wouters

www.bosprotters.be

Welkom

Meerdaalwoud – lichtspel

Trefwoorden: meerdaalwoud, zuidrand, savenel, paddenpoel, ad wouters, inktzwam, bosprotter, herculesdreef, ackerman, karmelieten, everzwijnbad, erfgoed

Plaats een reactie